eindles v2

vul het juiste bezittelijk vnw in

Il a perdu ....portable?
A
mon
B
ton
C
son
D
notre
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

vul het juiste bezittelijk vnw in

Il a perdu ....portable?
A
mon
B
ton
C
son
D
notre

Slide 1 - Quizvraag

Vul het juiste bezittelijk vnw in
Nous avons passé ....vacances en France.
A
leur
B
nos
C
mon
D
son

Slide 2 - Quizvraag

J'ai acheté de nouvelles .....(zonnebril)
A
portable
B
lunettes
C
sac à main
D
lunettes de soleil

Slide 3 - Quizvraag

leuk vinden =
A
chercher
B
habiter
C
aimer
D
préparer

Slide 4 - Quizvraag

kies nu het juiste werkwoord:
Vous .....(leuk vinden) les musées?
A
aimez
B
aime
C
aimons
D
aimes

Slide 5 - Quizvraag

Je hebt in een restaurant gegeten en wilt betalen. Wat zeg je?
A
au revoir
B
merci beaucoup
C
j'ai bien mangé
D
l'addition s'il vous plaît

Slide 6 - Quizvraag

wat betekent: je voudrais bien une eau minérale s.v.p.
A
ik wil graag een ijsje
B
hij wil graag een watertje
C
ik wil graag een mineraalwater
D
hij wil graag een ijsje

Slide 7 - Quizvraag

de weg wijzen: hoe zeg je sla links af
A
prenez à droite
B
montez l'escalier
C
allez tout droit
D
tournez à gauche

Slide 8 - Quizvraag

vervoeg het werkwoord prendre in de présent

Slide 9 - Open vraag

hoeveel lichaamsdelen ken je in het Frans?

Slide 10 - Woordweb

schrijf op:
kun je je naam spellen?
A
tu peux écrire ton nom?
B
tu peux épéler ton nom?
C
tu veux écrire ton nom?
D
tu veux épéler ton nom?

Slide 11 - Quizvraag

schrijf zoveel mogelijk namen van winkels op in het Frans

Slide 12 - Woordweb

vul de juiste vorm van quel in:......sont tes sports préférés?
A
quelles
B
quel
C
quels
D
quelle

Slide 13 - Quizvraag

hoe laat is het? 12.15
A
il est minuit et quart
B
il est midi moins le quart
C
il est minuit moins le quart
D
il est midi et quart

Slide 14 - Quizvraag

schrijf op: het is 14.30

Slide 15 - Open vraag

welke letter uit het alfabet spreek je uit als de g in giraf?

Slide 16 - Open vraag

wat is het tegenovergestelde van fermer?

Slide 17 - Open vraag

wat vind je niet in je slaapkamer?
A
une armoire
B
un avis
C
une fenêtre
D
un lit

Slide 18 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over je hond?
A
il est câlin
B
il est grave
C
il fait froid
D
il est huit heures et demie

Slide 19 - Quizvraag

wat kun je in een winkel kopen?
A
une chaise
B
un endroit
C
une découverte
D
un autre

Slide 20 - Quizvraag