Les 25 (09-01)

Les 25
Frans 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 25
Frans 

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Lesdoelen
  • Presentie
  • Herhalen
      - Regelmatige werkwoorden
      - Getallen
      - Voca A en B
  • Afsluiting
  • Devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les...
...kun je regelmatige werkwoorden vervoegen naar de juiste persoon.

...kun je de getallen van 20 t/m 69 opnoemen.

...ken je woorden die te maken hebben met iets bestellen en eten en drinken. 


Slide 3 - Tekstslide

Presentie

Slide 4 - Tekstslide

Regelmatig werkwoord
Hoe zat het ook alweer?


Slide 5 - Tekstslide

Het stappenplan
Deze regelmatige werkwoorden vervoeg je dus als volgt:

Stap 1: haal -er eraf.        aimer > aim...
Stap 2: Zet nu achter de stam, de juiste uitgang.
                J'aim     -        (j'aime)
             Tu aim    -es        (tu aimes)
  Il/elle/on aim    -e         (il aime, elle aime, on aime)
        Nous aim    -ons     (nous aimons)
        Vous aim     -ez       (vous aimez)
    Ils/elles aim     -ent     (ils aiment, elles aiment)

Slide 6 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden op -er
We gaan even oefenen met het vervoegen van de regelmatige werkwoorden op -er.

Om je hier op voor te bereiden doen we 10 minuten het bordspel op p.75. 
- Gebruik doppen, gummetjes, etc als een pion.
- Gooi met een online dobbelsteen.
- Zeg de vorm van het werkwoord, vervoegd naar de juiste persoon.
- Goed, blijf staan. Fout, ga terug naar waar je stond. 
- Wie als eerst de finish haalt, wint het spel. 

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Au travail!
Nog meer oefenen! Totdat jullie precies weten hoe het regelmatig werkwoord werkt :)

Maak nu het werkblad wat voor je ligt. Je hebt 10 minuten, daarna gaan we nakijken!
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Les nombres de 20-69
De getallen van 20 t/m 69 maak je door eerst het tiental te noemen en dan een getal van 1 - 9. 

De tientallen zijn dus als volgt:
30 = trente
40 = quarante
50 = cinquante
60 = soixante

Slide 10 - Tekstslide

Au travail!
Deze les staat in het teken van veel oefenen. 

We gaan nu opdracht 25c, d en e maken op p.82-83. Luister mee!

Slide 11 - Tekstslide

Blooket voca A en B


Pak jullie telefoons, we gaan vocabulaire A en B oefenen!

Slide 12 - Tekstslide

Devoirs
Leer voor de toets:
Voca A, B, E en F
Les nombres p.96
Phrases Clés C en G
Grammaire D en G

Maak online toets voor 12 januari.


Slide 13 - Tekstslide