1. Een violist, die jarenlang werke bij een orkest totdat er geen geld meer was voor het orkest, is werkloos.
2. Een loodgieter met een baas die hij niet meer aardig vindt.
3. Een huisvrouw die graag zou werken als verkoopster, maar hiervoor geen opleiding heeft gevolgd.
4. Een bibliotheekmedewerker die goed met een computer kan omgaan.
5. Een tuinman die last heeft van zijn rug en alleen in de winter geen werk heeft.
Hoe schat je de kansen van deze vijf mensen op werk in hun eigen vak en waarom?
Welke andere mogelijkheden hebben ze?
Welk advies zou je hen geven?