trennbare Verben

Deutschstunde 25. Mai
Kamera einschalten
Mikrofon ausschalten
voorbereiding: open je boek op bladzijde 178
voer de LessonUp code in
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deutschstunde 25. Mai
Kamera einschalten
Mikrofon ausschalten
voorbereiding: open je boek op bladzijde 178
voer de LessonUp code in

Slide 1 - Tekstslide

Das Programm
PO: Roald und Nynke
Verben mit Präfix

Lernziele: 
Ihr erfahrt etwas über deutsche Städte
Ihr kennt die Verben mit Präfix

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen
je kent het verschil tussen trennbare en untrennbare werkwoorden en weet hoe je ze in het Duits moet toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Erklärung
In het Nederlands en in het Duits gelden dezelfde regels voor de scheidbaarheid en ondscheidbaarheid van samengestelde werkwoorden. Daarbij is de klemtoon beslissend. 

Slide 5 - Tekstslide

trennbar

  • Het eerste deel van de samenstelling heeft een klemtoon.
  • anklagen- er klagt an - er klagte an- er hat angeklagt 
  • aanklagen - hij klaagt aan- hij klaagde aan - hij heeft aangeklaagd



nicht trennbar

  • Het eerste deel van de samenstelling heeft geen klemtoon.
  • überzeugen - er überzeugt - er überzeugte - er hat überzeugt 
  • overtuigen - hij overtuigt - hij overtuigde - hij heeft overtuigd 



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

let op
Een verbinding van een scheidbaar werkwoord met zu wordt in het Duits altijd als één woord geschreven en niet met drie woorden, zoals in het Nederlands. 
anzuklagen, mitzunehmen --> aan te klagen , mee te nemen 

Slide 8 - Tekstslide

let op
het voorvoegsel van een scheidbaar werkwoord staat in het Duits helemaal aan het eind van de zin
z.B. Ich gehe morgen mit meinen Freunden aus.

Ik ga morgen uit met mijn vrienden. 

Slide 9 - Tekstslide

voltooid deelwoord

het voltooid deelwoord van nicht-trennbare Verben wordt gevormd zonder ge-

Slide 10 - Tekstslide

voltooid deelwoord
bij het voltooid deelwoord van trennbare werkwoorden staat ge- na het voorvoegsel

Slide 11 - Tekstslide

Anna / aufwachen / früh

Slide 12 - Open vraag

Anna/ anziehen / ihre Kleidung

Slide 13 - Open vraag

Stefan / vorbeikommen / morgens

Slide 14 - Open vraag

du / bestellen / eine Pizza/abends

Slide 15 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van aufmachen?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van vergessen?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van einpacken?

Slide 18 - Open vraag

maak de zin af in het Duits:
Ich frage ihn, sein Zimmer ...(aufräumen)

Slide 19 - Open vraag

maak de zin af in het Duits:
Ich frage ihn, Marco zur Party ...(einladen)

Slide 20 - Open vraag

Aufgabe

machen Aufgabe 52, 53

maken test jezelf Lektion 5
leren Lernbox Lektion 5

Slide 21 - Tekstslide