3.3 Geld lenen kost geld!

• Economie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

H3.3 Geld lenen kost geld!

Lesdoelen

De student kan: 

• welke soorten leningen er zijn
  
• hoe je het bedrag van de kosten van een lening berekent​ 
• hoe je het percentage van de kosten van een lening berekent​ 

Planning:

• Filmpje 
• Samenwerkingsopdracht 
• Bespreken
• Zelfstandig werken (bonus)
• Terugblikken (quiz) 
• Afsluiten (HW)

Groepsopdracht

Groepsopdracht

vr 11 t/m 16 (blz. 89)

De snelste groep wordt beloond!

Vr 11 t/m 16 af, dan zelfstandig  plusopdrachten vr 9 t/m 12 maken!

Hoe noem je de lening die men aansluit voor het kopen van een huis?

1. Persoonlijke lening
2. Kredietkosten
3. Hypotheek
4. Koop op afbetaling

WAAR of NIET WAAR: 
In de min staan bij de bank noemen we een doorlopendkrediet.

WAAR of NIET WAAR

1. 
2. 

WAAR of NIET WAAR: 
Onderpand betekend dat de bank jou een boete geeft als

 je het geleed geld niet  kunt terugbetalen. .

WAAR of NIET WAAR

1. 
2. 

Leenmotieven

De drie leenmotieven zijn:

1:

2:

3:

Antwoord:

1. Onverwacht geldtekort

2. Tijdelijk geldtekort

4. Koop van een gebruiksgoed

Wat zijn hier de kredietkosten?

1. € 1.500
2. 73 x 30 = € 2.190
3. 2.190 - 1.500 =€ 690
4. 2.190 + 1.500 =€ 3.690

Wat is de formule voor het berekenen van het rentepercentage?

1. Rente : geleend bedrag x 100%
2. Rente x geleend bedrag : 100%
3. Geleend bedrag : rente x 100%
4. Geleend bedrag x rente : 100%