Superdiversiteit

Opdracht A: superdiversiteit
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeHBO

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Opdracht A: superdiversiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is diversiteit?
Noem minimaal drie voorbeelden

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe divers is jouw eigen omgeving?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan diversiteit doen met de prestaties op je stageschool?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn wij een diverse groep / school?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dus: zijn we een diverse klas?
En waaraan zie je dat vooral?
timer
2:00

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kun je in Spanje of Italië beter niet het 'Rock on!' gebaar maken naar iemand?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen om te bespreken:
  • Wie/wat bepaalt wie jij bent? 
  • Welke onderdelen van de cirkel hebben het meeste invloed op jouw identiteit/je leven?
  • In welke hokjes word jij door anderen gestopt/ Hoe zien anderen jou?
  • Beïnvloeden de onderdelen van de cirkel elkaar volgens jou?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De diversiteitscirkel
De diversiteitcirkel is een model om alle onderdelen van iemand te laten zien.

De diversiteitcirkel bevat 8 onderdelen:

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Teken nu jouw eigen diversiteitcirkel

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denken mensen van jou?

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit: Zelf heb je - 99% zeker - ook zo je vooroordelen.

Voorbeeld: vooroordelen wanneer iemand zegt ‘ik werk in de bouw’.
Vraag: Wat voor vooroordelen heb je daarbij?
Voorbeeld: typisch bouwvakkersgedrag, alleen mannen, etc. Maar klopt dit oordeel altijd?

Vraag de studenten: Wat verwacht jij? Hoe denken mensen over jou, wanneer ze horen wat je  studeert of waar je werkt?
Aandachtspunten 
Heb een open, belangstellende houding
Ga niet uit van vanzelfsprekendheden
Geef geen waardeoordeel / mening
Wees vriendelijk, positief, respectvol
Spreek zelf goed Nederlands
Humor is cultuurgebonden 
Let op met oogcontact, aanraking 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies