4.4 Nederland in wereldoorlog (Deel 1)

Hoofdstuk 4 De Tweede Wereldoorlog

4.4 Nederland in wereldoorlog (Deel 1)
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 De Tweede Wereldoorlog

4.4 Nederland in wereldoorlog (Deel 1)

Slide 1 - Tekstslide

Werken jullie goed vandaag, dan geen huiswerk vandaag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
In deze paragraaf leer je: 
- Wat er Nederland veranderde tijdens de bezetting.

- Hoe de bezetting eindigde

Slide 3 - Tekstslide

Duitsland valt Nederland aan
10 mei 1940

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke Nederlandse stad?

Slide 6 - Tekstslide

Bommen op Rotterdam
14 mei 1940


  • Hoewel de stad zich al heeft overgegeven, bombarderen de Duitsers Rotterdam tóch.
  • Het bombardement duurt maar een kwartier, maar de binnenstad is verwoest, en zal pas na de oorlog weer worden opgebouwd.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Nederland capituleert
15 mei 1940


  • Na het bombardement op Rotterdam, en de Duitse dreiging om ook andere steden te bombaderen, kan Nederland niets anders dan zich overgeven.
  • In totaal komen in de meidagen van 1940 ongeveer 2200 mensen om het leven.

Slide 9 - Tekstslide

De meeste mensen passen zich aan tijdens de bezetting. Zij proberen het dagelijkse leven zoveel mogelijk door te laten gaan

Slide 10 - Tekstslide

Collaboratie

  • De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), die collaboreerde met de Duitsers, is de enige politieke organisatie die mag blijven bestaan.
  • De leider van de NSB, Anton Mussert, mag zich 'Leider van het Nederlandsche Volk' noemen, maar de Duitsers zijn uiteindelijk de baas.
  • Hoogtepunt in 1941: 75.000 leden
  • 25.000 mannen sluiten zich aan bij het Duitse leger (Waffen SS)



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide


Onderduiken


  • Onderduiken om je te verbergen zodat je niet wordt opgepakt door de politie of Duitsers. 
  • Dit zijn niet alleen Joden, maar iedereen die het risico loopt opgepakt te worden: studenten, mannen, verzetsstrijders enz. 
  • Op het hoogtepunt zijn er alleen al in Nederland ruim 350.000 mensen ondergedoken


Slide 13 - Tekstslide

Om te voorkomen dat Joden worden opgepakt,
worden identiteitsbewijzen vervalst...

Slide 14 - Tekstslide

Verzet


  • Wat is verzet?
  • Aanslagen plegen of illegale krantjes verspreiden om censuur (controle op publicaties) te omzeilen? Onderduikers helpen? 
  • Of naar rechts gaan als de Duitsers zeggen dat je naar links moet gaan?
  • In totaal waren er rond de 45.000 Nederlanders die actief verzet pleegden. 


Slide 15 - Tekstslide

Persoonlijk verhaal
  • Gerrit Bakker
  • Geboren op:01-08-1922
  • Overleden: 14-01-1945
  • Kok en lid van het verzet.
  • Doodgeschoten tijdens treinrit

Slide 16 - Tekstslide

Tijdens de oorlog vonden ook geregeld razzia's plaats.
Razzia's: Een door de overheid georganiseerde jacht om een groep mensen op te pakken.

Slide 17 - Tekstslide

Geen voedsel kopen bij een NSB-winkelier
A
Lichte collaboratie
B
Klein verzet
C
Zware collaboratie
D
Groot verzet

Slide 18 - Quizvraag

Aanmelden voor het Duitse vrijwilligersleger
A
Lichte collaboratie
B
Klein verzet
C
Zware collaboratie
D
Groot verzet

Slide 19 - Quizvraag

Anti-Duitse posters drukken en verspreiden
A
Lichte collaboratie
B
Klein verzet
C
Zware collaboratie
D
Groot verzet

Slide 20 - Quizvraag

Tijdens de bezetting...

  • ging het normale leven zo veel mogelijk door

Slide 21 - Tekstslide

Aanpassing
Circa 10 miljoen inwoners
  • Verzet: 45.000
  • Collaborateur: 100.000 (NSB)
  • SS: 25.000

  • Overgrote deel van de bevolking accepteert de nieuwe orde voor wat het is en gaat door met het 'normale' leven: 
    Gelijkgeschakeld
  • Weinig maatregelen, wel veel censuur/ propaganda

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Tijdens de bezetting...

  • ging het normale leven zo veel mogelijk door
  • Ontstonden tekorten -> voedsel en brandstof op de bon 

Slide 24 - Tekstslide

Tijdens de bezetting...

  • Is er een avondklok

  • Angst voor bombardementen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Hoe vaak denken jullie dat Enschede is gebombardeerd?
A
4 keer gebombardeerd
B
41 keer gebombardeerd
C
24 keer gebombardeerd
D
61 keer gebombardeerd

Slide 30 - Quizvraag

Bevrijding?
  • 6 juni 1944: D-day = landing van VS en GB in Frankrijk 

Slide 31 - Tekstslide

Bevrijding?
  • 6 juni 1944: D-day = landing van VS en GB in Frankrijk 
  • GEVOLG: Dolle dinsdag in Nederland

Slide 32 - Tekstslide

Bevrijding?

  • September 1944: Slag om Arnhem flopt

  • Nederland moet nog bijna een jaar wachten.

Slide 33 - Tekstslide

Bevrijding?

  • September 1944: Slag om Arnhem flopt

  • Alleen Zuid-Nederland is bevrijd

Slide 34 - Tekstslide

Hongerwinter
  • 1944-1945: strenge winter zorgt voor honger in bezet gebied 

Slide 35 - Tekstslide

Hongerwinter
  • 1944-1945: strenge winter zorgt voor honger in bezet gebied 

Slide 36 - Tekstslide

Hongerwinter
  • 1944-1945: strenge winter zorgt voor honger in bezet gebied 
  • 5 mei 1945: Nederland wordt bevrijd (Bevrijdingsdag)

Slide 37 - Tekstslide

Aantekening
NEderland werd bezet na het bombardement op Rotterdam. Een deel van de Nederlanders gaat in het verzet maar er zijn ook mensen die Collaboreren met de vijand.
Het leven onder de bezetting gaat gewoon door. Aan het einde van de oorlog krijgt nederland te maken met de hongerwinter 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Wat vind je er van dat we elk jaar op 4 mei dodenherdenking hebben?
Leg uit!

Slide 40 - Open vraag

Vind je dat bevrijdingsdag/Dag van de Vrijheid op 5 mei moet blijven bestaan?
Leg uit!

Slide 41 - Open vraag

Begrippen uit deze les

  • Censuur
  • Collaboratie
  • Gelijkgeschakeld
  • Onderduiker
  • Propaganda
  • Razzia

Slide 42 - Tekstslide

Proefwerk:
Volgende week:
Proefwerk hoofdstuk 4

Begrippen, leerdoelen en wie, wat, waarom in de tekst belangrijk!


Slide 43 - Tekstslide

Goed gewerkt? Geen huiswerk vandaag

Anders: 1, 2, 5.

Slide 44 - Tekstslide