In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Verhoudingen
Een verhouding tussen twee grootheden geeft aan in welke mate de ene grootheid tot de andere staat.
Slide 3 - Tekstslide
De verhouding koekjes dat je kunt bakken en het aantal gram bloem dat je nodig hebt is 2 staat tot 35. Wat betekent dat?
A
met 2 gram kan je 25 koeken bakken
B
2/35 dus 0,057
C
dus 1 koek is gelijk aan 17,5 gram bloem
Slide 4 - Quizvraag
De verhouding koekjes dat je kunt bakken en het aantal gram bloem dat je nodig hebt is 2 staat tot 35. Hoeveel gram bloem heb je nodig voor 10 koekjes?
A
175 gram
B
55 gram
C
geen idee
D
17,5 gram
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Hulpmiddelen
Gebruik als het kan bij de volgende opdrachten een verhoudingstabel, het helpt je misschien om opdracht beter te begrijpen
Slide 9 - Tekstslide
20% van alle koeien op de wereld leeft in India. Er zijn 200 miljoen koeien in India. Hoeveel koeien zijn er in totaal op de wereld?
A
100 miljoen
B
40 miljoen
C
1 000 miljoen
D
geen idee
Slide 10 - Quizvraag
Breuken en verhoudingen
Basisschool het Kompas heeft 90 leerlingen in groep 4.
5 van de 6 leerlingen in groep 4 heeft al een zwemdiploma.
Hoeveel leerlingen in groep 4 hebben nog geen zwemdiploma?
Slide 11 - Tekstslide
Breuken en verhoudingen
Basisschool het Kompas heeft 90 leerlingen in groep 4.
5 van de 6 leerlingen in groep 4 heeft al een zwemdiploma.
Hoeveel leerlingen in groep 4 hebben nog geen zwemdiploma?
Wel zwemdiploma 5 van de 6 leerlingen, dus .....
Geen zwemdiploma 1 van de 6 leerlingen
=> gebruikmaken van deze verhouding door % uit te rekenen en te vermenigvuldigen met 90 leerlingen, of
=> verhoudingstabel gebruiken en via "1" naar 90 leerlingen te rekenen
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.