Kerntaak 3 - Werkproces 7: wet en regelgeving, visie SB en technologische ontwikkelingen

B1-K3-W7: Werkt aan de eigen deskundigheid  
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
SportMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

B1-K3-W7: Werkt aan de eigen deskundigheid  

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 7. Werk aan je deskundigheid en professionalisering van je beroep
Opdracht 7. Werk aan je deskundigheid en professionalisering van je beroep
Deze opdracht heeft betrekking werkproces B1-K3-W7: Werkt aan de eigen deskundigheid.
Opdracht: Werk gericht aan je deskundigheid en professionalisering van je beroep.

Toelichting
De bedoeling van deze opdracht is het aanleveren van bewijslast voor het werken aan je deskundigheid en professionalisering van je beroep. Je moet aantonen dat je in staat bent tot het gericht ontwikkelen van je deskundigheid en professionaliteit. Hiertoe behoort ook het ontwikkelen van je visie. Het is de bedoeling dat je samen met je BPV-begeleider of docent van de opleiding een persoonlijk ontwikkelplan opstelt. Op basis hiervan bepaal je met je leidinggevende op welke manier je gaat werken aan je deskundigheidsbevordering. Je kunt hierbij denken aan het bijwonen van scholingsbijeenkomsten, excursies, symposia, het bestuderen van relevante vakliteratuur of het deelnemen aan een discussiegroep en/of intervisiegroep. 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 7. Werk aan je deskundigheid en professionalisering van je beroep 
Resultaat
Het resultaat van de opdracht moet zijn dat het persoonlijk ontwikkelplan is uitgevoerd, waardoor de deskundigheid verder ontwikkeld is. Je bent op de hoogte van de actuele wet- en regelgeving en de actuele visie op sport en bewegen. De deskundigheid is gedeeld met collega’s. 

Wat moet je laten zien bij deze opdracht?
- Je bent op de hoogte van relevante maatschappelijke, technologische en vakinhoudelijkeontwikkelingen.
- Je bent op de hoogte van de actuele wet- en regelgeving en de actuele visie op sport en bewegen.
- Je draagt eigen kennis en expertise begrijpelijk (passend taalgebruik) over.
- Je reflecteert op je functioneren en je gebruikt feedback doelgericht om je verder te ontwikkelen.
- Je stelt samen met betrokkene(n) een persoonlijk ontwikkelplan op en onderneemt stappen om jedeskundigheid en
   professionaliteit te vergroten.·
- Je kunt intervisievaardigheden toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

Je bent op de hoogte van relevante maatschappelijke, technologische en vakinhoudelijke ontwikkelingen.

- Welke ontwikkelingen zijn er binnen de sport?
- Welke ontwikkelingen zijn er binnen de organisatie/vereniging? 
- Welke ontwikkelingen zijn er in gang gezet door COVID-19  denk bijv. aan inschrijfsystemen
- Welke maatschappelijke trends/ontwikkelingen zijn er die van invloed zijn op je organisatie/vereniging?
- Welke technologische ontwikkelingen zijn er bij je organisatie/vereniging?

Slide 5 - Tekstslide

Actuele wet en regelgeving
Wat wil de organisatie waar jij BPV loopt bereiken op het gebied van sport en bewegen? Wat is hun missie en visie? En hoe dragen ze dit uit in bijv. werkzaamheden, locatie enz.? Met welke actuele wet en regelgeving moet rekening gehouden worden? Voorbeeld: VOG-verklaring.

Voorbeeld KNVB: https://www.knvb.nl/over-ons/over-de-knvb/missie-en-visie 
Voorbeeld Skibond: https://www.wintersport.nl/vereniging/verenigingsstructuur 
Voorbeeld Hengelo Sport: https://www.hengelosport.nl/hengelosport/19631-HengeloSport/Missie-Visie.html
Voorbeeld NOC/NSF: https://nocnsf.nl/handboek-wet-en-regelgeving

Slide 6 - Tekstslide

Bewijslast?
Wat moet er in het portfolio worden opgenomen? 
Voor opdracht 7 moet het volgende opgenomen worden in het portfolio:
1. Het persoonlijk ontwikkelplan bestaande uit:
    - Een beschrijving van sterke en minder sterke punten.
    - Leervragen waaraan gewerkt gaat worden.·
    - Concrete acties om de leervragen te beantwoorden.
2. Een verslag van de uitgevoerde acties en de mate waarin ze de leervragen beantwoord hebben. Hierbij kan het gaan om een
     verslag van de bijgewoonde scholingsbijeenkomsten of excursies, van debestudeerde literatuur of van de discussie- of
     intervisie groepen waaraan je deel hebt genomen.
3. Een kort verslag van de actuele wet- en regelgeving, de actuele visie op sport en bewegen en vakinhoudelijke ontwikkelingen,
     toegespitst op de situatie (SB-organisatie) waar de opdracht is uitgevoerd.
4. Het beoordelingsprotocol van deze opdracht.
5. Een evaluatieverslag van wat je van deze opdracht geleerd hebt.

Slide 7 - Tekstslide

Competentie 1 wordt door de opleiding  beoordeeld. 
Competentie 2 en 3 worden door het werkveld beoordeeld. 

Slide 8 - Tekstslide

Aandachtspunten beoordeling
- De beoordeling moet met een blauwe pen ingevuld worden. 
- Bij een onvoldoende beoordeling (score 1 of 2) MOET er een onderbouwing zijn. 
- Bij een voldoende / goed beoordeling (score 3 of 4) is een onderbouwing wenselijk. 
- Bij een uitmuntende beoordeling (score 5) MOET er een onderbouwing zijn. 
- De datum = de datum van uitvoering.
- Het werkveld zorgt dat de naam en handtekening van de beoordelaar in de daarvoor bestemde
   komt. (Houdt voldoende ruimte voor naam en handtekening van tweede beoordelaar van de
   opleiding).


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide