3.3 Zou je wel lenen

Hoofdstuk 3
De bank en jouw geld
3.3 geld lenen kost geld
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
De bank en jouw geld
3.3 geld lenen kost geld

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag leer je:

  • welke redenen je kunt hebben om te lenen
  • hoe je de kosten van een lening berekent
  • welke soorten leningen er zijn
  • waarom een koop op afbetaling ook een lening is
3.3 geld lenen kost geld

Slide 2 - Tekstslide

Wat is voor jou een reden om te lenen?

Slide 3 - Woordweb

De 4 belangrijkste redenen om te lenen:
  • opvangen tijdelijk geldtekort
  • dure aankoop niet uitstellen
  • dringend geld nodig en niets achter de hand
  • aankoop woning (hypothecaire lening)

3.3 geld lenen kost geld

Slide 4 - Tekstslide

3.3 geld lenen kost geld
Kredietkosten berekenen
Lening = krediet of kredietsom

- Aflossen: terugbetalen lening
- Kredietkosten: alles wat je méér terugbetaalt dan de lening (rente + o.a. administratiekosten)


Slide 5 - Tekstslide

3.3 geld lenen kost geld
Kredietkosten berekenen
p. 79 van je boek

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel zijn de kredietkosten van deze lening?
A
€73
B
€2.190
C
€1.500
D
€690

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel zijn de
kredietkosten voor de SNS?
A
€ 29.500
B
€ 1.625
C
€ 4.500
D
€ 500

Slide 8 - Quizvraag


Je leent € 2.000
Je lost af in 4 jaar.
Wat zijn de kredietkosten?
A
€ 2.529,12
B
€ 529,12
C
€ 177,71
D
€ 560,12

Slide 9 - Quizvraag

3.3 geld lenen kost geld
Aankoop in termijnen betalen = koop op afbetaling.
Bovenste is gespreid betalen!!
Je hebt een lening bij de winkelier.
Ook nu betaal je:
  • maandelijkse termijnen voor rente én aflossing
  • verschillende looptijden

Lening afsluiten voor een consumptiegoed =
consumptief krediet.




Slide 10 - Tekstslide

Kredietvormen

Slide 11 - Tekstslide

3.3 geld lenen kost geld!
Kredietvormen:
persoonlijke lening
  • vast aantal termijnen
  • termijnbedrag blijft gelijk
doorlopend krediet
  • tot kredietlimiet deels of helemaal lenen
  • na aflossing bijlenen tot kredietlimiet
salariskrediet
  • tot maximum bedrag rood staan op betaalrekening




Slide 12 - Tekstslide

3.3 geld lenen kost geld!
Even oefenen...

Slide 13 - Tekstslide