NaSk1 jaar 3 - Les 29: Krachten druk

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- BINAS
- Opgeladen laptop
- Schrift 
- Rekenmachine
- Pen



 




Startopdracht:







 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- BINAS
- Opgeladen laptop
- Schrift 
- Rekenmachine
- Pen



 




Startopdracht:







 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- BINAS
- Opgeladen laptop
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Startopdracht: 





 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- BINAS
- Opgeladen laptop
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Startopdracht:
 





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- BINAS
- Opgeladen laptop
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Startopdracht:






Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- BINAS
- Opgeladen laptop
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Startopdracht:
 





Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk1
Pak voor je:
- BINAS
- Opgeladen laptop
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Startopdracht:
 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Lesdoelen
  • Druk
  • Zelfstandig werken
  • Blooket


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kan ik:
  1. uitleggen wat druk is;
  2. benoemen wat de eenheid van druk is;
  3. rekenen met druk.












Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les wil ik dat:
1. Je luistert als ik praat
2. Je naar elkaar luistert
3. Je de juiste spullen voor je hebt
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Je respectvol bent naar je klasgenoten en mij

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naar de les neem je mee:
- Opgeladen laptop
- Laptop niet mee? Werkboek + leerboek
- BINAS
- Schrift (A4 met blokjes)
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood


Slide 10 - Tekstslide

Nu absenties
Planning
Toets in de NIET toetsweek van 17-21 maart
Toets is dinsdag 25 maart
Hoofdstuk 4 komt ook op SE2, samen met hoofdstuk 5

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 4: Krachten
4.1   Intro
4.2  Wat is een kracht?
4.3  Grootte en richting van krachten
4.4  Hefbomen
4.5 Katrollen
4.6 Druk

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.6 Druk

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk en wegzakken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote of kleine druk?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk op een autogordel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik maken van hoge druk

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk 
Druk = de kracht die wordt uitgeoefend op een bepaald oppervlakte.

Lucht in een ballon
Man op het ijs
Punaise




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk berekenen:
druk hangt af van kracht en oppervlakte 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk berekenen:
druk hangt af van kracht en oppervlakte 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is druk?
A
Kracht per tijdseenheid
B
Afstand per tijdseenheid
C
Snelheid per tijdseenheid
D
Kracht per oppervlakte-eenheid

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eenheid van druk?
A
Pascal
B
Newton
C
Hertz
D
Joule

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De formule voor druk is
A
P=F*A
B
P=A/F
C
P=F/A
D
P=A*F

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met naaldhakken aan is de druk op de vloer kleiner dan met gewone schoenen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zak je op schoenen met spitse hakken dieper weg in de modder dan op laarzen?
De ................................... op de grond is in beide gevallen even groot. De hakken hebben een kleiner .............................. dan de laarzen. De .............................. is dan groter. Daarom zak je met hakken verder in de modder dan met laarzen.
Druk
Kracht
Oppervlak

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een baksteen wordt op drie manieren op de vloer gezet.
De baksteen oefent steeds druk uit op de grond.
Wat kun je zeggen over de druk in deze 3 situaties?
A
De druk is bij 1 het grootst en bij 2 het kleinst.
B
De druk is bij 1 het grootst en bij 3 het kleinst.
C
De druk is bij 2 het grootst en bij 3 het kleinst
D
De druk is in alle drie de situaties even groot.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

naald
Vrachtwagen
Geldt voor beide voorbeelden
p = F/A
Door de grote oppervlakte verlaagt de druk
Er is weinig kracht nodig voor een grote druk
verkleinde druk
Vergrote druk
Eenheid is Pa

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Kijk na 4.6C: Begrijpen
Klaar? Super! Maak 4.6D: Beheersen
- 5 minuten

- Niet klaar? Huiswerk










timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met druk
Maak het opdrachtenblad in ZS
timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn beroepen die met druk om moeten gaan?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS
Maak 4.7B: Examenvragen - Op spitzen

Klaar? Maak 4.6D: Beheersen
- 10 minuten ZS
- Niet klaar? Huiswerk










timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kan ik:
  1. uitleggen wat druk is;
  2. benoemen wat de eenheid van druk is;
  3. rekenen met druk.












Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvraag 2
Op een tank werkt een zwaartekracht van 300.000 N. Het oppervlakte van de rupsbanden is 20 m². Bereken de druk op de rupsbanden.

  1. F = 300000 N     A = 20 m²
  2. P
  3. P = F : A
  4. P = 300000 : 20 = 15000
  5. P = 15000 N/m²

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvraag 3
Damian drukt met zijn vinger op een punaise. De druk die de punt van de punaise uitoefent is 50.000 Pa. De oppervlakte van de punt van de punaise is 0,001 m2. Bereken de kracht waarmee Damian op de punaise drukt. 
  1. P = 50000 Pa       A = 0,001 m²
  2. F
  3. F = P x A
  4. F = 50000 x 0,001 = 50
  5. F = 50 N

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies