In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 3: Jongeren in opstand
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Waarom kwamen jongeren aan het eind van de jaren vijftig in opstand en
wat waren de gevolgen?
Slide 2 - Tekstslide
Welke jeugdculturen ken je al?
Slide 3 - Woordweb
Amerikanisering
De invloed van Amerika in Europa neemt niet alleen politiek toe: na de oorlog komen ook bedrijven als Coca Cola en Levi Strauss naar Nederland.
Hierdoor nemen ook in het dagelijks leven, zoals bijvoorbeeld in de kleding of de muziek, veel Nederlanders Amerikaanse gebruiken over.
Dit heeft amerikanisering.
Slide 4 - Tekstslide
Een eigen cultuur
Vanaf de jaren 50 gaan jongeren steeds langer naar school, waardoor ze vaak een hogere opleiding dan hun ouders volgen én in contact kwamen met andere ideeën.
Door de stijgende welvaart kunnen (en gaan) jongeren zich steeds meer onderscheiden door hun kleding, kapsel, muziek en manier van omgaan met elkaar. Ze vormden een eigen jeugdcultuur.
Slide 5 - Tekstslide
Nozems
Nozems zijn vaak werkende jongeren. Ze dragen spijkerbroeken, leren jassen en hadden vetkuiven. Meisjes dragen korte rokken en petticoats.
Ze staan in groepjes bij elkaar op straat of bij een snackbar, hangend op hun brommer en maken (volgens ouderen...) veel lawaai en schreeuwden naar voorbijgangers.
Ze luister naar rock-’n-rollmuziek, uiteraard uit Amerika.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Provo
Provo komt van het woord ‘provoceren’, dat ‘uitdagen’ of ‘uitlokken’ betekent.
Dat is ook precies wat de provo’s willen: iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken.
Met ludieke acties, grappig en zonder geweld, wilden zij de ouderen aan het denken zetten.
Slide 8 - Tekstslide
Wittefietsenplan
1965: ludieke actie provo's
Witgeschilderde fietsen moeten de auto's in de stad vervangen
Slide 9 - Tekstslide
Hippies
Amerikaanse jongeren komen in protest tegen de oorlog die hun regering voert in Vietnam. Hieruit ontstaat de hippie- of flowerpowercultuur.
Eind jaren zestig komt deze jeugdcultuur ook naar Nederland. De hippies hebben lange haren en vrolijke, kleurrijkekleding. Ze willen zo eenvoudig mogelijk en zonder luxe leven.
De slogan van de hippies is: ‘Make love, not war’.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Opdrachten
Maken bij hoofdstuk 3 Opdrachten: 3 t/m 8
Slide 13 - Tekstslide
Seks? Heel gewoon!
Jongeren gingen vanaf de jaren 60 heel anders met seksualiteit om dan hun ouders.
Taboes als homoseksualiteit, geboortebeperking, abortus en seks buiten huwelijk, waren bij jongeren juist wél bespreekbaar
Deze verandering in denken over seksualiteit heet: seksuele revolutie
Op 9 oktober 1967 verscheen de kunstenares Phil Bloom geheel naakt in het VPRO-programma Hoepla, wat een primeur voor de Nederlandse televisie was. Het leidde tot grote commotie en zelfs tot Kamervragen in de Tweede Kamer. Ook haalde Phil met haar optreden de internationale pers.
Slide 14 - Tekstslide
Meer inspraak
Jongeren hadden in de politiek weinig te zeggen: stemmen mocht pas vanaf 23 jaar.
Ook op scholen en universiteiten, waar dingen nog op de 'ouderwetse manier' gingen, hadden jongeren kritiek.
Omdat ze niet veel konden inbrengen begonnen jongeren in de jaren 60 meer inspraak te eisen. Dit heet democratisering.
In september 1969 bezetten studenten het Maagdenhuis in Amsterdam. Dit is het bestuursgebouw van de Universiteit Amsterdam. Ze probeerden hiermee meer inspraak te bereiken.
Toen na vijf dagen de politie hen met harde hand verwijderde, leek alles voor niets. Toch kwam er langzaamaan steeds meer inspraak voor studenten op scholen en universiteiten. Maar ook op het werk werd veel democratischer met beslissingen omgegaan: personeel en directie gingen steeds vaker samen overleggen.
Slide 15 - Tekstslide
Hoofdstuk 3: Jongeren in opstand
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoel
Waarom kwamen jongeren aan het eind van de jaren vijftig in opstand en
wat waren de gevolgen?
Slide 17 - Tekstslide
Wat waren jongerenculturen na de oorlog?
A
Nozems, Provo's en Dippies
B
Provo's, hippies en Gabbers
C
Nozems, Provo's en hippies
D
Provo's, dippies en emo's.
Slide 18 - Quizvraag
In de jaren zestig ontstond er in Nederland een jongerencultuur. Waardoor ontstond deze jongerencultuur?
A
Door de komst van gastarbeiders
B
Door de welvaart
C
Door de armoede na de oorlog
D
Door het harmoniemodel
Slide 19 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van een jongerencultuur?
A
Luisteren naar muziek van jouw eigen muzieksmaak
B
Protesteren wanneer je ergens niet mee eens bent
C
Het overnemen van je ouders' normen en waarden
D
Zelf zakgeld hebben
Slide 20 - Quizvraag
Welke jongerencultuur zie je hier?
A
Nozems
B
Rapcultuur
C
Hippies
D
Provo's
Slide 21 - Quizvraag
Welke jongerencultuur is dit?
A
Nozems
B
Provos
C
Hippies
D
Feministen
Slide 22 - Quizvraag
Welke jongerencultuur is dit?
A
Nozems
B
Provos
C
Hippies
D
Hipsters
Slide 23 - Quizvraag
Nozems
Nozems zijn vaak werkende jongeren. Ze dragen spijkerbroeken, leren jassen en hadden vetkuiven. Meisjes dragen korte rokken en petticoats.
Ze staan in groepjes bij elkaar op straat of bij een snackbar, hangend op hun brommer en maken (volgens ouderen...) veel lawaai en schreeuwden naar voorbijgangers.
Ze luister naar rock-’n-rollmuziek, uiteraard uit Amerika.
Slide 24 - Tekstslide
Provo
Provo komt van het woord ‘provoceren’, dat ‘uitdagen’ of ‘uitlokken’ betekent.
Dat is ook precies wat de provo’s willen: iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken.
Met ludieke acties, grappig en zonder geweld, wilden zij de ouderen aan het denken zetten.
Slide 25 - Tekstslide
Hippies
Amerikaanse jongeren komen in protest tegen de oorlog die hun regering voert in Vietnam. Hieruit ontstaat de hippie- of flowerpowercultuur.
Eind jaren zestig komt deze jeugdcultuur ook naar Nederland. De hippies hebben lange haren en vrolijke, kleurrijkekleding. Ze willen zo eenvoudig mogelijk en zonder luxe leven.
De slogan van de hippies is: ‘Make love, not war’.
Slide 26 - Tekstslide
Opdrachten
Maken bij hoofdstuk 3, Opdrachten: 6, 7, 8 en 9
Slide 27 - Tekstslide
Seks? Heel gewoon!
Jongeren gingen vanaf de jaren 60 heel anders met seksualiteit om dan hun ouders.
Taboes als homoseksualiteit, geboortebeperking, abortus en seks buiten huwelijk, waren bij jongeren juist wél bespreekbaar
Deze verandering in denken over seksualiteit heet: seksuele revolutie
Slide 28 - Tekstslide
Meer inspraak
Jongeren hadden in de politiek weinig te zeggen: stemmen mocht pas vanaf 23 jaar.
Ook op scholen en universiteiten, waar dingen nog op de 'ouderwetse manier' gingen, hadden jongeren kritiek.
Omdat ze niet veel konden inbrengen begonnen jongeren in de jaren 60 meer inspraak te eisen. Dit heet democratisering.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Opdrachten
Opdrachten afmaken bij hoofdstuk 3: 10, 11, 12, 13 en 14
Ben je klaar? Ga de opdrachten eerst nakijken
We sluiten de les af met een Kahoot
Slide 31 - Tekstslide
Kahoot jaren '60: https://create.kahoot.it/details/6ea155c4-38de-456f-8a01-a2a57a9ee052