1.3 LEZEN

1.3 Lezen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.3 Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
MySkills: 17. Aandacht voor hygiëne en veiligheid
1. Terugblik vorige les 
2. Lesdoelen 
3. Voorkennis activeren
4. Instructie
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiting (MySkills:18 aandacht voor je werkplek! Opruimen en stoelen aanschuiven)

Slide 2 - Tekstslide

Lezen....
timer
10:00
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
In deze paragraaf leer je:

1. titel en tussenkopje herkennen;
2. het onderwerp van een tekst benoemen;
3. de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig lezen toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis activeren
Wat heb je vandaag al gelezen? 

Bespreek dit in 2 min. met je buurman, daarna bespreken we het klassikaal.

Slide 5 - Tekstslide

Instructie titel en deeltitel
Boven bijna iedere tekst staat een titel. De titel vertelt meestal in het kort waar de tekst over gaat. Vaak zijn de letters van de titel groter en wat dikker gedrukt dan de rest van de tekst.

Langere teksten hebben vaak deeltitels. Een deeltitel is een titel die in de tekst staat. Aan de deeltitel kun je zien waarover een tekstgedeelte gaat.

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak van H1.3 Lezen de volgende opdrachten: 1 t/m 4 blz. 22 en 23
Klaar? De leertekst op blz. 24 en 25 lezen.

Afspraken tijdens het zelfstandig werken:
 1. Als je iets niet snapt, mag je je schoudermaatje vragen. Doe dit zachtjes.
2. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht.
3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.

Slide 7 - Tekstslide

Afsluiting
Wat hebben we onthouden?

Afsluiting (MySkills: aandacht voor je werkplek! Opruimen en stoelen aanschuiven)

    Huiswerkopdrachten voor de volgende les: afmaken t/m opdr. 




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Instructie onderwerp
Iedere tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van de tekst. Je kunt het onderwerp vinden door:
  • De titel en het eerste deel van de tekst te lezen.
  • Kijken naar opvallende woorden.
  • Plaatjes te bekijken en het bijschrift lezen.
  • Jezelf de vraag te stellen: waarover gaat de tekst?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak van 1.3 Lezen de volgende opdrachten: 15 t/m 19 
Als je klaar bent, maak je Fictie H1.1 op blz. 10 t/m 19

Afspraken tijdens het zelfstandig werken:
1. Als je iets niet snapt mag je je schoudermaatje vragen. Doet dit zachtjes.
2. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht.
3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak van 1.2. de volgende opdrachten: 10 t/m 14 

Afspraken tijdens het zelfstandig werken:
1. Als je iets niet snapt mag je je schoudermaatje vragen. Doet dit zachtjes.
2. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht.
3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak van H1.3 Lezen de volgende opdrachten: 5, 7 en 8  blz. 24 en 25


Afspraken tijdens het zelfstandig werken:
1. Als je iets niet snapt mag je je schoudermaatje vragen. Doet dit zachtjes.
2. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht.
3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting
    1. Hoe kun je een titel en deeltitels in een tekst herkennen?
    2. Hoe kun je het onderwerp van een tekst vinden in een tekst?
    3. Hoe kun je een alinea in een tekst herkennen?
    4. Wat is een mening?
    5. Wat is een feit?
Afsluiting (MySkills: aandacht voor je werkplek! Opruimen en stoelen aanschuiven)

    Huiswerkopdrachten voor de volgende les:...............................




Slide 15 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

Slide 16 - Open vraag