Luistervaardigheid A2

Prueba PF II 
21/6/2023
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Prueba PF II 
21/6/2023

Slide 1 - Tekstslide

PF II COMPRENSIÓN AUDITIVA 
TAREA 1

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

COMPRENSIÓN AUDITIVA
TAREA 2

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

COMPRENSIÓN AUDITIVA TAREA 3

Slide 7 - Tekstslide

ej
men.1
men.2
men.3
men.4
men.5
men.6
men.7

Slide 8 - Tekstslide

Stuur hier je antwoorden van deze toets in.

Slide 9 - Open vraag

COMPRENSIÓN DE LECTURA
PÁGINA 28 - 35

Slide 10 - Tekstslide

TAREA 2
15 MINUTOS

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

TAREA 4
15 MINUTOS

Slide 13 - Tekstslide

DESCANSO
10.40 - 11.00

Slide 14 - Tekstslide

GROEP 1, 2 EN 3
11.00 - 11.45.
SPREEKVAARDIGHEID
11.55 - 12.40
SCHRIJFVAARDIGHEID

Noël, Laura ,Yoni ,Lot Julia Sergio, Rujeska,Pleun, Tony 
Sebastiaan ,Thom 

GROEP 4, 5 EN 6
11.00 - 11.45. SCHRIJFVAARDIGHEID
11.55 - 12.40
SPREEKVAARDIGHEID

Noor ,Ariana ,Naomi ,Nora ,Liz ,Laurence,Simone,,Robin , Kimberly , Luuk, Nienke  


Slide 15 - Tekstslide

Entre 70 y 80 palabras


Slide 16 - Tekstslide

EXPRESIÓN E INTERACCIÓN ESCRITA
45 MINUTOS
ESCRIBIR LAS 2 TAREAS

Slide 17 - Tekstslide

TAREA 2 
80 - 90 palabras

Slide 18 - Tekstslide

EXPRESIÓN ORAL
45 MINUTOS
PREPARAR LAS DOS TAREAS
ELIGE QUÉ TAREA QUIERES PRACTICAR CON LA PROFESORA

Slide 19 - Tekstslide

TAREA 1
1. Presentarse. 
Dí cómo te llamas, cuántos años tienes, dónde vives y qué estudias. 

2. El monólogo 
Habla durante 2-3 minutos. No puedes leer, solo escribir palabras clave. 

3. Preguntas.
2 preguntas de la profesora sobre el tema de tu monólogo

Slide 20 - Tekstslide

DESCRIPCIÓN DE UNA FOTO
BESCHRIJF DE MENSEN
Hoeveel mensen zijn er?
Zitten ze? staan ze? liggen ze?
Beschrijf het uiterlijk
Beschrijf hoe ze zich voelen
Beschrijf de kleding
Wat zijn ze aan het doen?
Wat denk je dat ze hiervoor hebben gedaan?
Wat denk je dat ze hierna gaan doen?

BESCHRIJF DE PLEK
Waar zijn ze?
Beschrijf de plek (groot, modern, vies, mooi, enz.)
Welke objecten, dingen of meubels zie je?

Slide 21 - Tekstslide

LA ROPA
Llevar... un pantalón azul, vaqueros azules, una                  camiseta amarilla, una camisa, blanca,                   etc. 
Llevar... zapatos, botas, zapatillas de deporte,                      sandalias, etc. 

LA ACTIVIDAD
Estar..... de pie, sentado, tumbado, etc. 

Estar... hablando, caminando, trabajando, etc. 

QUIÉNES SON.
Las personas son... amigos, hermanos, compañeros, etc.
Las personas son... estudiantes, trabajadores, policías, profesores, etc. 
EL FÍSICO
Tener el pelo... rubio, moreno, castaño
                                liso, rizado, largo, corto, etc.

Tener los ojos.... verdes, azules, marrones,                                                                                grises, etc.

Tener... barba, bigote
LLevar... gafas

Ser...alto, bajo, gordo, delgado, guapo, feo, etc. 

El CARÁCTER Y EL ESTADO ANÍMICO
Estar/ parecer .... alegre, triste, feliz, simpático etc.


Slide 22 - Tekstslide

DEBERES
  • Estudiar el vocabulario del  Examen 5 
  • Hacer todas las tareas que no hicimos en clase

Slide 23 - Tekstslide