Herhalen van paragraaf 1.1-1.3

Programma
  • Herhaling  1.1 en 1.2 in Lesson-Up
  • Lesdoelen paragraaf 1.4
  • Korte presentatie paragraaf 1.4
  • Afsluiting
  • Huiswerk
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
  • Herhaling  1.1 en 1.2 in Lesson-Up
  • Lesdoelen paragraaf 1.4
  • Korte presentatie paragraaf 1.4
  • Afsluiting
  • Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Wat je graag wilt of nodig hebt, noem je ?
A
Zelfvoorziening
B
Behoefte
C
Consument
D
Goederen

Slide 2 - Quizvraag

Een automonteur is een
A
Reclame
B
Goeder
C
Reclame
D
Dienst

Slide 3 - Quizvraag

Geef met een voorbeeld het verschil aan tussen consumeren en zelfvoorziening

Slide 4 - Open vraag

Niet genoeg middelen om in al je behoeften te voorzien, noem je...?
A
Overige behoefte
B
Schaars
C
Schaarste
D
Alternatief aanwendbaar

Slide 5 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een vaste last

Slide 6 - Woordweb

Wat is geen vorm van inkomen?
A
Loon
B
Rente op een spaarrekening
C
Uitkering
D
Begroting

Slide 7 - Quizvraag

Stel je krijgt € 5,- zakgeld per week, hoeveel is dat dan per maand?
A
€ 21,67
B
€ 20,-
C
€ 18,-
D
€ 22,50

Slide 8 - Quizvraag

Rik heeft een budget van €100,-. Hij kan daarmee Subway broodjes kopen van €5,- per broodje en/of Levi t-shirts van €10,- per shirt. Als Rik 4 shirts koopt, hoeveel broodjes kan hij dan nog kopen?
A
12
B
16
C
20
D
10

Slide 9 - Quizvraag

Lesdoelen paragraaf 1.4
  • Je kunt de ruil van consumeren en produceren verklaren
  • Je kunt uitleggen waarom er bij produceren waarde wordt toegevoegd
  • Je kunt uitleggen waarom bedrijven winst willen maken
  • Je kunt de omzet van een bedrijf berekenen
  • Je kunt voorbeelden geven van mvo

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Op blz 21 staat de bedrijfskolom van de scooterproductie. Wat is de toegevoegde waarde van de groothandel in procenten uitgedrukt?
gebruik (nieuw-oud):oud x 100%
A
19%
B
24%
C
21%
D
- 17%

Slide 14 - Quizvraag

Hoe bereken je het resultaat/winst?

Slide 15 - Open vraag

Huiswerk
SO paragraaf 1.1 tot en met 1.3
Tip: op bladzijde 27 staan de begrippen van deze paragrafen. leer deze ook.
Daarnaast kun je ter oefening van rekenopgaves op blz 32 en 33 nog wat oefenen.

Slide 16 - Tekstslide