Centrale en perifere zenuwstelsel

week 4 Anatomie
Centrale en perifere zenuwstelsel
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

week 4 Anatomie
Centrale en perifere zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen: Benoemen uit welke onderdelen 
  • het centrale zenuwstelsel bestaat 
  • het perifere onderdeel bestaat

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maar eerst...
welke neuronen hadden we ook alweer? en hoe zag deze eruit?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centrale zenuwstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (de hersenen en het ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel (de zenuwen buiten de hersenen en het ruggenmerg).

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit twee delen: het somatische zenuwstelsel en het autonome zenuwstelsel. 

Het autonome zenuwstelsel bestaat uit twee delen: het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel. 

Slide 8 - Tekstslide

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit meer dan 100 miljard zenuwcellen die als draden door het gehele lichaam lopen. De zenuwen van het somatische zenuwstelsel verbinden de hersenen en het ruggenmerg met spieren die bewust worden aangestuurd (willekeurige spieren of skeletspieren) en met sensibele receptoren in de huid. Het autonome zenuwstelsel verbindt de hersenstam en het ruggenmerg met de inwendige organen en reguleert inwendige lichaamsprocessen die geen bewustzijn vereisen. Voorbeelden hiervan zijn de frequentie waarmee het hart samentrekt, de bloeddruk en de ademhalingsfrequentie. 

Het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel werken samen, waarbij het ene meestal de werking van de inwendige organen activeert en het andere de werking afremt. De belangrijkste functie van het sympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op een veeleisende situatie of een noodsituatie, ofwel een fight-or-flight-situatie. De belangrijkste functie van het parasympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op normale situaties. Het sympatische deel vergoogt bijvoorbeeld de hartslag, bloed en ademhalingsfrequentie, terwijl het parasympatische deel deze juist verlaagt.
Het centrale zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. De hersenen bestaan uit de grote hersenen, tussenhersenen, hersenstam en de kleine hersenen. Het ruggenmerg bevindt zich in de wervelkolom en het behoort tot het centrale zenuwstelsel omdat het ook zenuwcellen bevat. Dit is nuttig bij spierreflexen, zoals bij de kniepeesreflex of de terugtrekreflex. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centrale zenuwstelsel 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden in het juiste vakken
Grote hersenen
(Cerebrum)
Hersenstam
(Truncus cerebri)


Kleine hersenen
(Cerebellum) 
Ruggenmerg
(Medulla spinalis)

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Centrale en perifere zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersen en het ruggenmerg. Hier worden prikkels vanuit de zintuigen verwerkt, wordt betekenis gegeven, worden besluiten genomen en worden spieren en klieren aangestuurd. 

De zenuwen die informatie naar het centrale zenuwstelsel brengen of opdrachten versturen naar spieren of klieren vormen het perifere zenuwstelsel. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het perifere zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit 12 hersenzenuwen, 31 ruggenmergszenuwen en sympathische grensstrengen. Het perifere zenuwstelsel wordt ingedeeld in het autonome (onwillekeurige) en animale (willekeurige) zenuwstelsel. 

Het autonoom zenuwstelsel is nog weer onderverdeeld in het sympatisch en parasympatisch zenuwstelsel. Dit wordt verder in deze les nog uitgelegd.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie 
perifeer zenuwstelsel

Dit zenuwstelsel zorgt ervoor dat de informatie van en naar het centraal zenuwstelsel, en van en naar de rest van het lichaam doorgegeven wordt.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Indeling naar functie
Somatische zenuwen:
Deze zijn gespecialiseerd voor het aansturen van de willekeurige bewegingen. (waar je invloed op hebt; armen, benen, enz)
Autonome zenuwen:
Zij sturen bewegingen aan waar je geen invloed op hebt. (hart, maag en darmen)

Anatomie van een zenuwcel

Slide 24 - Tekstslide

Vanuit de hersenstam. Waar we het nog over gaan hebben: de neuron (oftewel de zenuw) bevat een Myeline schede. Dit moet je zien als een soort plastic laagje dat voor geleiding zorgt net als bij een stroom of elektrische kabel. Als dat plastic kapot gaat dan spreek je van MS. Daar gaan we het nog over hebben. 
Somatisch/ Animaal stelsel
Het somatisch stelsel is betrokken bij het deel van het zenuwstelsel waar we wel controle over hebben. Dit gedeelte stuurt de spieren aan en zorgt er bijvoorbeeld voor dat we kunnen bewegen en praten.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking zenuwstelsel

  1. Zintuigen vangen de prikkels op
  2. Zintuigcellen zetten deze om in impulsen
  3. Deze impulsen gaan via de sensorische zenuwen naar het ruggenmerg.
  4. Vanuit het ruggenmerg gaan de impulsen naar de hersenen
  5. De hersenen verwerken de impulsen en bepalen hoe erop te reageren.
  6. Indien een reactie gewenst is, sturen de hersenen impulsen via de motorische zenuwen naar de spieren en klieren
  7. De spieren en klieren zorgen voor bepaalde reactie 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sensorische en motorische zenuwcellen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke weg legt een signaal/prikkel af?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord: Welke weg legt het signaal af
1. Sensorische centra (d.m.v. zintuigen)
2. Ruggenmerg
3. Grote hersenen
4. Kleine hersenen
5. Motorische centra (bv beweging v spieren)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autonoom zenuwstelsel
Het autonoom zenuwstelsel regelt de onbewuste processen in je lichaam. Het regelt de vitale lichaamsfuncties (hartslag, bloeddruk en lichaamstemperatuur) en inwendige organen. Het autonoom zenuwstelsel wordt ook wel het vegetatief, het onwillekeurig of het visceraal zenuwstelsel genoemd.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vervolg
Werkt op verschillende organen van ons lichaam (zoals het hart en de maag) om evenwicht (homeostase) te behouden. ​

Nauw verbonden met verschillende delen van hersenen (vooral met hersenstam), maar vormt grotendeels eigen systeem. ​
Het werkt automatisch, zonder dat we er ons bewust van zijn:​
controle van de hartslag;​ ademhaling;​plassen;​zweten;​
slikken.






Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

autonoom =onwillekeurig
Het wordt onderverdeeld in 2 subsystemen met tegengestelde (antagonistische) werking:​

Sympathische zenuwstelsel;​
Parasympatische zenuwstelsel.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                          autonome
sympathisch
stress

hartslag
ademhaling
zweten
zenuwen
                         parasympatisch                               rust, slaap             
                            
                        hartslag                    
                        ademhaling

Slide 35 - Tekstslide

Dus in rust: parasympatisch onder andere hormoon melatonine (slaap) wordt het in gang gezet. Sympatisch: bijvoorbeeld adrealine. Worden ook wel het gaspedaal en de rem van het lichaam genoemd. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                indeling zenuwstelsel
perifeer zenuwstel
centraal zenuwstelsel
autonoom zenuwstelsel
somatisch zenuwstelsel
sympatisch zenuwstelsel (actie)
parasympatisch zenuwselsel (rust)

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het perifere zenuwstelsel is verantwoordelijk voor...
A
prikkels of impulsen verwerken
B
vervoeren van prikkels of impulsen
C
bewustwording van prikkels of impulsen
D
regelen van de bloeddruk

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen het centrale en perifere zenuwstelsel

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

                indeling zenuwstelsel
perifeer zenuwstels
centraal zenuwstelsel
autonoom (onwillekeurig) zenuwstelsel
willekeurig zenuwstelsel
sympatisch zenuwstelsel (actie)
parasympatisch zenuwselsel (rust)

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het zenuwstelsel?
A
zorgt voor prikkelgeleiding
B
zorgt voor je bewustzijn
C
Goede samenwerking van de lichaamsfuncties
D
fight en flight

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel kan op grond van de bouw worden ingedeeld in het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel
A
goed
B
fout

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit
A
hersenen en ruggenmerg
B
31 hersenzenuwen en 12 ruggenmergzenuwen
C
12 hersenzenuwen en 31 ruggenmerg zenuwen
D
20 hersenzenuwen en 23 ruggenmergzenuwen

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit:
A
hersenen en ruggenmerg
B
hersenen en motorische zenuwen
C
hersenen en perifere zenuwen
D
hersenen, ruggenmerg en perifere zenuwen

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak het schematisch overzicht van het centrale en perifere zenuwstelsel.
Schrijf per onderdeel de functie op.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
de hersenen

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies