11.04.23: Toets --> Vocab. 1.1 t/m 1.4 in beide richtingen, Frases clave p.5 in beide richtingen, Grammatica nrs. 1, 2, 3, 6, 7, 13, 17a, 25, 26, 27, 28 (llamarse alleen in het enkelvoud), Getallen 1-20 in beide richtingen (TB p.23)
Slide 8 - Tekstslide
Quiz over Spaanstalige landen
Diez (10) minutos
Slide 9 - Tekstslide
Wat weet jij al over Spanje?
Slide 10 - Woordweb
Wat is de hoofdstad van Spanje?
A
Málaga
B
Madrid
C
Barcelona
D
Valencia
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel mensen spreken er ongeveer Spaans op de wereld?
A
3000
B
250 miljoen
C
100 miljoen
D
450 miljoen
Slide 12 - Quizvraag
Welk land spreken ze geen Spaans als moedertaal?
A
Mexico
B
Spanje
C
Brazilië
D
Argentinië
Slide 13 - Quizvraag
In hoeveel landen wordt er Spaans gesproken
A
Alleen Spanje, duh
B
44 landen
C
32 landen
D
7 landen
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Hoeveel talen spreken ze in Spanje
A
2
B
7
C
5
D
1
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Ben jij wel eens in een Spaanstalig land geweest?
Ja
Nee
Slide 18 - Poll
Vocabulario
Diez (10) minutos
Slide 19 - Tekstslide
Leer vocabulario 1.1 y 1.2
- In stilte voor jezelf
- Gebruik tools als wrts (via laptop), maak een spel als memory, schrijf de woorden op etc. (vindt vooral jouw manier van leren)
- 5 minuten de tijd.
timer
5:00
Slide 20 - Tekstslide
Wat voor woorden/zinnen kunnen we gebruiken in de klas?