De voeding van ouderen moet voldoende vitaminen en mineralen bevatten om de
……………………………………………te verhogen.
Om …………………………………………… tegen te gaan, is het belangrijk dat er voldoende calcium en vitamine D in de voeding zit.
Ouderen hebben licht verteerbaar voedsel nodig omdat zij minder …………………………………………… aanmaken.
Ouderen hebben minder voedingsmiddelen nodig die energie leveren omdat zij vaak minder
…………………………………………… hebben. Ouderen hebben veel …………………………………………… nodig.