Kofschip Nederlands

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

TaXi - KoFSCHiP

Lesdoel:

- Aan het eind van de les weet ik  wanneer een voltooid deelwoord eindigt op een d of t. 

In deze les

- Open vragen in Lesson up

- Werkblad 1 en 2

- Opdrachten 12 en 13 uit het boek

Zwakke en Sterke werkwoorden

            ZWAK                                               STERK               

Klank verandert NIET              Klank verandert WEL

      Pakken  - Voelen                            Ruiken

      Pakte     -  Voelde                           Rook

      Gepakt  -  Gevoeld                        Geroken

Wat is een voltooid deelwoord?

‘Voltooid’ betekent dat iets al gebeurd is in het verleden en dat de activiteit nu klaar is.

Ik heb vorige week gevoetbald.

Dat voetballen gebeurde vorige week. In het verleden dus. Het voetballen is intussen voltooid. Het is afgerond en dus voorbij.

TaXi - KoFSCHiP

Als de stam van een zwak werkwoord eindigt op één van de medeklinkers uit:

TaXi - KoFSCHiP

Eindigt het voltooid deelwoord op t

Stam is hier werkwoord -en

Wat is de stam van boren?

Wat is de stam van blaffen?

Wat is de stam van verven?

Wat is de stam van vegen?

TaXi - KoFSCHiP

Werkwoord	stam
Werken	Wer k
Kappen	Kap p
Boren	Bo r
Blaffen	Blaf f
Verven	Ver v
Vegen	Ve g

Werkwoord	Stam
Luisteren	Luiste r
Schrobben	Schrob b
Leren	Le r
Scoren	Sco r
Leven	Le v
Maken	Ma k

TaXi - KoFSCHiP

Werkwoord	Verleden tijd	Voltooid deelwoord
Werken	Ik werkte	Ik heb gewerkt
Kappen	Ik kapte	Ik heb gekapt
Boren
Blaffen
Verven
Vegen

Boren
verleden tijd en voltooid deelwoord
ik.............. en ik heb........................

Blaffen
ik.......................en ik heb ......................

Verven
ik.......................en ik heb ......................

Vegen
ik.......................en ik heb ......................

TaXi - KoFSCHiP

Werkwoord	Verleden tijd	Voltooid deelwoord
Werken	Ik werkte	Ik heb gewerkt
Kappen	Ik kapte	Ik heb gekapt
Boren	Ik boorde	Ik heb geboord
Blaffen	Ik blafte	Ik heb geblaft
Verven	Ik verfde	Ik heb geverfd
Vegen	Ik veegde	Ik heb geveegd

Werkblad 1 en 2 

Sterke werkwoorden

Werkwoord	Verleden tijd	Voltooid deelwoord
Ruiken	Ik rook	Ik heb geroken
Sluipen	Ik sloop	Ik heb geslopen
Stinken	Ik stonk	Ik heb gestonken

Opdracht 

Werkwoord	Verleden tijd	Voltooid deelwoord
Bewegen	Ik bewoog	Ik heb bewogen
Bijten	Ik beet	Ik heb gebeten
Drinken
Fluiten
Kruipen
Zwemmen

Sterke werkwoorden

Werkwoord	Verleden tijd	Voltooid deelwoord
Bewegen	Ik bewoog	Ik heb bewogen
Bijten	Ik beet	Ik heb gebeten
Drinken	Ik dronk	Ik heb gedronken
Fluiten	Ik floot	Ik heb gefloten
Kruipen	Ik kroop	Ik heb gekropen
Zwemmen	Ik zwom	Ik heb gezwommen

Opdracht 13

- Wat is het verschil tussen een sterk en zwak werkwoord?

- Wanneer eindigt een voltooid deelwoord  op een d of een t.