7.4 deel 2
1 / 11
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Hiernaast zie je een mengsel.
Hoeveel verschillende moleculen komen er in voor?
Hoeveel verschillende moleculen komen er in voor?
A
6
B
5
C
4
D
3
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het symbool voor zilver?
A
Hg
B
Ag
C
Au
D
Ar
Slide 5 - Quizvraag
Mads zegt: Moleculen zijn de kleine deeltjes waaruit stoffen bestaan.
Tigo zegt: Moleculen zijn niet de kleinste deeltjes van een stof, want moleculen bestaan uit atomen.
Wie heeft er gelijk?
Tigo zegt: Moleculen zijn niet de kleinste deeltjes van een stof, want moleculen bestaan uit atomen.
Wie heeft er gelijk?
A
Mads
B
Tigo
C
Mads en Tigo
D
Geen van beiden
Slide 6 - Quizvraag
Juna zegt: De molecuulformule van distikstof-oxide is N2O.
Charlotte zegt: De molecuulformule van distikstoftetra-oxide is 2 NO4.
Wie heeft er gelijk?
Charlotte zegt: De molecuulformule van distikstoftetra-oxide is 2 NO4.
Wie heeft er gelijk?
A
Juna
B
Charlotte
C
Juna en Charlotte
D
Geen van beiden
Slide 7 - Quizvraag
Maak een kloppende reactievergelijking van de ontleding van zilverchloride. (opschrijven ipv typen)
Slide 8 - Open vraag
Geef de reactievergelijking van de vorming van Natriumchloride. (schrijven)
Let op welke stoffen je eerst schrijft
Slide 9 - Open vraag
Butaan (C4H10) is een gas wat gebruikt wordt om te koken. Als Butaan reageert met zuurstof ontstaat er koolstofdioxide en water. Schrijf de reactievergelijking op, maakt hem kloppend.
