Je gaat 10 minuten, in stilte, lezen in je leesboek!
Waarom? Op 19 december heb je een mindmap gemaakt van je boek.
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
9.40 - 9.50 - Lezen in je leesboek
9.50 - 10.10 - Uitleg pv tt
10.10 - 10.20 - Zelfstandig aan het werk
Slide 3 - Tekstslide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
ik werk
werk jij?
jij werkt
zij/zij werkt
wij werken
jullie werken
zij/ze werken
ik vind
vind je?
jij vindt
hij/zij vindt
wij vinden
jullie vinden
zij/ze vinden
Slide 4 - Tekstslide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Bij de meeste werkwoorden hoor je of er een -t achter moet. Bij een werkwoord dat eindigt op -den weet je dat niet. Vul dan in gedachten lopen in, je hoort of er -t achter komt of niet.
1. Els vind.... hem erg leuk --> Els loopt hem erg leuk. DUS: Els vindt hem erg leuk.
2. Vind... jij die jongen aardig? --> Loop jij die jongen aardig? DUS: Vind jij die jongen erg aardig?