§2.3 Het stroomgebied van de Rijn deel 2

Hoofdstuk 2: Van de 
bergen naar de zee

§2.3 Het stroomgebied van de Rijn  deel 2
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Van de 
bergen naar de zee

§2.3 Het stroomgebied van de Rijn  deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning 
Aanwezigheid en boekencontrole 

Mededelingen: Toets afspreken!

Uitleg §2.3 'Het stroomgebied van de Rijn' deel 2

Maak van §2.3 'Het stroomgebied van de Rijn' vraag 5 t/m 9

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
  1. Benoem 2 kenmerken van de middenloop.
  2. Waardoor is de Midden-Rijn smal en diep?
  3. Leg uit waarom je in de Midden-Rijn veel steden en kastelen vindt

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Lengteprofiel van de rivier
Middenloop
  • Heuvelachtig gebied 
  • Rivier wordt aangevuld met regenwater - gemengde rivier
  • Minder debiet als in de bergen
Bovenloop
  • Hoge stroomsnelheid door een groot verschil in reliëf hoog debiet (m3/s).
  • Veel erosie door meegevoerde gletsjerpuin.
  • De gletsjers van de Alpen zijn de bron voor veel rivieren in Europa . Bijvoorbeeld de Rijn.

Benedenloop
  • Geen relief
  • Op dit punt is de rivier is een regenwater rivier
  • Laag debiet
  • Monding in de zee - Delta

Slide 5 - Tekstslide

Middenloop
Gemengde rivier - combinatie van smeltwater en regenwater.

Kenmerken:
  • Stroomsnelheid neemt af
  • Afbuigingen in rivier
  • Rivier is smal en diep

Slide 6 - Tekstslide

De Midden-Rijn
De Midden-Rijn is een gebied in de middenloop van de Rijn.

De Rijn stroomt door middelgebergte.
Hij stroomt door de zwakste plekken  van het gebergte heen.
Rivier wordt hierdoor smaller en dieper en buigt vaak af.

Veel kastelen en steden in dit gebied door de handel van vroeger.

Slide 7 - Tekstslide

Verval en Verhang
Het hoogteverschil tussen twee plaatsen langs een rivier noem je het verval.

Bij een groot verval stroomt het water sneller dan bij een klein verval.

Je kunt het verval ook per kilometer uitrekenen. Dat noem je het verhang.
Verval uitrekenen
Berekening:
het verval = hoogte punt A – hoogte punt B 

Voorbeeld:
Punt A = 2.500 m en punt B = 500 m; 
2.500 m – 500 m = 2.000 m
Verhang uitrekenen
Berekening:
verval : afstand tussen 2 plekken = verhang m/km

Voorbeeld:
Verval 500 m; 
Afstand tussen 2 plekken: 100 km
500 m : 100 km = 5 m/km

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Aan het werk
Wat: lees en maak van §2.3 'Het stroomgebied van de Rijn' vraag 5 t/m 9

Wanneer: voor de volgende les af

Hulp: de theorie (Lees goed!)
           buurman/buurvrouw naast je
           de docent

Klaar: maak de herhaling en of begrippenlijst §2.3

Tijd: timer

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk
Wat: lees en maak van §2.3 'Het stroomgebied van de Rijn' vraag 5 t/m 9
VWO: Keuzemenu D: Estuarium en delta vraag 4 en 5

Wanneer: voor de volgende les af

Hulp: de theorie (Lees goed!)
           buurman/buurvrouw naast je
           de docent

Klaar: maak de herhaling en of begrippenlijst §2.3
Tijd: timer

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelcheck
  1. Benoem 2 kenmerken van de middenloop.
  2. Waardoor is de Midden-Rijn smal en diep?
  3. Leg uit waarom je in de Midden-Rijn veel steden en kastelen vindt

Slide 12 - Tekstslide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll