Hoofdstuk 15

Oefening
We gaan zo verschillende oefeningen doen over het participium. 

1. Participium herkennen
Geef aan of de gegeven vorm een ppa, ppp of geen participium is.


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefening
We gaan zo verschillende oefeningen doen over het participium. 

1. Participium herkennen
Geef aan of de gegeven vorm een ppa, ppp of geen participium is.


Slide 1 - Tekstslide

ludens

A
ppa
B
ppp
C
geen participium

Slide 2 - Quizvraag

moritur

A
ppa
B
ppp
C
geen participium

Slide 3 - Quizvraag

invocatus
A
ppa
B
ppp
C
geen participium

Slide 4 - Quizvraag

cecidit
A
ppa
B
ppp
C
geen participium

Slide 5 - Quizvraag

spectantes
A
ppa
B
ppp
C
geen participium

Slide 6 - Quizvraag

Oefening
We gaan zo verschillende oefeningen doen over het participium. 

2. Participium vertalen
Vertaal de zin. Probeer het participium als het kan bijwoordelijk te vertalen.

Slide 7 - Tekstslide

pater narrans sedet
(pater = vader, narro = vertellen, sedeo = zitten)

Slide 8 - Open vraag

puer gladium capiens clamat
(puer = jongen, gladius = zwaard, capio = pakken, clamare = roepen)

Slide 9 - Open vraag

servus vocatus venit
(servus = slaaf, voco = roepen, venio = komen)

Slide 10 - Open vraag

pater epistulam scriptam mittit
(pater = vader, epistula = brief, scribo = schrijven, mitto = sturen)

Slide 11 - Open vraag

Huiswerk
Vertalen:
Tekst 15A, regel 8-10

Leren:
- Hoe kan ik een ppa en ppp herkennen?
- Hoe kan ik een ppa en ppp vertalen?

Slide 12 - Tekstslide