Je ziet verschillende kanten van het onderwerp, zodat je daarover kunt nadenken en je mening kunt vormen. De schrijver kan zijn eigen mening wel geven, maar je hoeft niet dezelfde mening als de schrijver te krijgen.
Beschouwing, achtergrondtekst in krant, column
Overtuigen
Je wordt er met argumenten van overtuigd dat iemands mening (vaak de mening van de schrijver zelf) de juiste is.
Betoog, recensie
Activeren
Je wordt met activerende woorden aangespoord iets te kopen of te gaan doen.
Reclametekst, folder, poster
Amuseren
Je wordt vermaakt.
Gedicht, verhaal, songtekst, strip
Slide 5 - Tekstslide
Vragen
1. Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?
2. Welke manier van inleiden gebruikt de schrijver?
"Een man uit Arnhem heeft zaterdag een vogelspin ontdekt in een bakje Chileense druiven die hij bij de Albert Heijn in zijn stad had gekocht. HIJ zag het dier toen hij thuis een trosje druiven uit de bak wilde pakken."
Waar verwijst 'Hij' (r. 2) naar?
Slide 9 - Open vraag
"Deze buurman constateerde dat het om een relatief jonge Chileense vogelspin ging. "Zijn lichaam heeft de vorm van twee druiven. Een volwassen spin is veel groter, het formaat van een handpalm.""