In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
KSC.1.01
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Beschrijft met betrekking tot Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG) het doel van de wet. Onderscheidt het verwerken van, het omgaan met en het beschikbaar stellen van persoonsgegevens.
Beschrijft:
* hoe lang persoonsgegevens mogen worden bewaard
* de technische en organisatorische maatregelen voor het
beveiligen van persoonsgegevens
* wanneer het verbod om persoonsgegevens te verwerken niet
van toepassing is, de rechten van de betrokkene
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer de doelen van de les en bespreek wat studenten aan het einde zouden moeten kunnen begrijpen of doen.
Wat weet je al over de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG)?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Doel van de UAVG
Het doel van de AVG is de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van iedereen (burgers). In het bijzonder het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Dit is een grondrecht. Het verstrekken van persoonsgegevens is van grote invloed op die persoonlijke levenssfeer. Dit grondrecht is vastgelegd in de grondwet.
Slide 4 - Tekstslide
Vertel iets over de grondwet.
vertel iets over artikel 10 van de grondwet.
AVG Europees, UAVG Nederland.
Verwerken van persoonsgegevens
Het verwerken van persoonsgegevens is een ruim begrip. Het omvat alle handelingen die met persoonsgegevenskunnen worden gedaan. Zoals het opslaan in een bestand, wijzigen, opschrijven, filmen, registreren, geluidsopnames van stemgeluid, maar ook verwijderen van gegevens valt onder het begrip verwerken.
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Omgaan met persoonsgegevens
Verwerkt een organisatie persoonsgegevens? Dan moet de persoon van wie de persoonsgegevens worden verwerkt (de betrokkene) in ieder geval op de hoogte zijn van de identiteit van de organisatie die deze persoonsgegevens verwerkt. (de zogeheten verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker) en van het doel van de gegevensverwerking.
Slide 6 - Tekstslide
De beginselen van de verwerking van persoonsgegevens zijn vastgelegd in art. 5 namelijk: rechtmatigheid, behoorlijkheid, transparantie, doelbinding, minimale gegevensverwerking, juistheid, opslagbeperking, integriteit en vertrouwelijkheid, verantwoordingsplicht.
Beschikbaar stellen van persoonsgegevens wat komt er in je op?
Lees in je lesboek uitvoering en situationele coördinatie, bladzijde 25 & 26 het stukje organisatorische en technische maatregelen.
Slide 9 - Tekstslide
Geef voorbeelden van beveiligingsmaatregelen en bespreek hoe deze kunnen worden geïmplementeerd.
Uitzonderingen op het verbod om persoonsgegevens te verwerken
Wanneer zou er zonder dat jij het zelf wil persoonsgegevens van jou verwerkt mogen worden?
Slide 10 - Tekstslide
Bijvoorbeeld in een strafzaak
Rechten van de betrokkene
Het recht op informatie over de verwerkingen.
Het recht op inzage in zijn gegevens
Het recht op correctie van de gegevens als deze niet kloppen
Het recht op verwijdering van de gegevens
Het recht op beperking van gegevensverwerking
Het recht op verzet tegen de gegevensverwerking
Het recht op overdracht van zijn gegevens
Het recht om niet onderworpen te worden aan een geautomatiseerd besluitvorming (profiling)
Slide 11 - Tekstslide
Bespreek de verschillende rechten die individuen hebben met betrekking tot hun persoonsgegevens en geef voorbeelden.
Leerdoel
Beschrijft met betrekking tot Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG) het doel van de wet. Onderscheidt het verwerken van, het omgaan met en het beschikbaar stellen van persoonsgegevens.
Beschrijft:
* hoe lang persoonsgegevens mogen worden bewaard
* de technische en organisatorische maatregelen voor het
beveiligen van persoonsgegevens
* wanneer het verbod om persoonsgegevens te verwerken niet
van toepassing is, de rechten van de betrokkene
Slide 12 - Tekstslide
Introduceer de doelen van de les en bespreek wat studenten aan het einde zouden moeten kunnen begrijpen of doen.