In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Wat zijn de lidwoorden? 3x
Slide 1 - Open vraag
Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
Slide 2 - Open vraag
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
Slide 3 - Open vraag
Wat zijn voorzetsels?
Slide 4 - Open vraag
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
De
dj
draait
op
het
festival.
hippe
Slide 5 - Sleepvraag
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Papa
wil
met
een
ouderwetse
trein
door
Duitsland
reizen.
Slide 6 - Sleepvraag
lidwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
Doet
Sjors
het
schooljaar
over?
Slide 7 - Sleepvraag
lidwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
De
grappige
selfie
van
Jill
is
mislukt.
grappige
Slide 8 - Sleepvraag
lidwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
De
schattige
hond
van
de
bakker
wil
bos.
het
naar
Slide 9 - Sleepvraag
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
In
de
app
vroeg
Denise
de
opdracht
van
het
wiskundehuiswerk.
Slide 10 - Sleepvraag
Sleep elk woord naar de juiste woordsoort. Let op! Je kunt woordsoorten meerdere keren gebruiken. Dikgedrukte woorden sleep je niet.