Les sports extrêmes, c'est ton truc?

Les sports extrêmes, c'est ton truc?
Oui ou non? 

Et pourquoi?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les sports extrêmes, c'est ton truc?
Oui ou non? 

Et pourquoi?

Slide 1 - Tekstslide

A la fin de ce cours:
- Je kunt een bepaalde voorkeur of afkeur aangeven
- Je kunt daar eenvoudige argumenten voor geven
- Je kunt themaspecifieke voca uit de Unité in context gebruiken
- Je beheerst het vocabulaire op de volgende slide

(Alles eerst schriftelijk, dan mondeling)




Slide 2 - Tekstslide

Vocabulaire spécifique:
Je préfère...
J'adore
Je déteste...
Je n'aime pas du tout...
J'aimerais bien...
parce que
une expérience

dangereux
j'ai peur
je deviens malade
j'ai le vertige
je trouve que
je pense que


C"est tout à fait mon truc.
C'est pas (du tout) mon truc. 
Je veux bien essayer...


Slide 3 - Tekstslide

Introduction:
On commence avec une vidéo.

Ik wil dat je: 
- pen en papier voor je hebt liggen
- van te voren de vragen snapt die ik na de video ga stellen
- In een Franse zin antwoord kan geven op die vragen (om vast te oefenen voor straks)

Slide 4 - Tekstslide

Introduction
Après la vidéo, je vous demanderai les questions suivantes: 

1. Quel sport extrême est-ce que Vincent pratique? 
2. Est-ce que c'est très dangereux?
3. Quelle vitesse est-ce que Vincent atteint? 
4. Est-ce que tu voudrais aussi essayer ce sport, si c'était possible? 

Slide 5 - Tekstslide

Préparation
Op de volgende slide zie je plaatjes van extreme sporten.

Voor het vervolg is het handig om:
- de namen van extreme sporten in het Frans te weten
- te weten hoe je in het Frans zegt dat je een sport beoefent

Prenez 3 minutes pour le chercher!

Slide 6 - Tekstslide



Quels autres sports extrêmes connaissez-vous?
Tous des casse-cous!😵 

Slide 7 - Tekstslide

Répondez:
Schrijf in het Frans een antwoord op de volgende vragen:
(Zonder mobiel of Chromebook)

(Denk aan woordvolgorde en werkwoordvervoeging!
Gebruik, in deze volgorde: de apprendres en de geleerde werkwoorden, een papieren woordenboek, je klasgenoten, of als dat allemaal niet helpt, mij.)

Je vous donne environ 20 minutes. 

Slide 8 - Tekstslide

Répondez:
Eindresultaat:
- Elke vraag volledig beantwoord
- Antwoorden netjes in correct Frans uitgewerkt 
- Antwoorden persoonlijk en waar mogelijk creatief
- Je bent zo goed met de stof bezig geweest, dat je de vragen grotendeels uit je hoofd mondeling kunt beantwoorden als je klaar bent

Slide 9 - Tekstslide

Répondez:
  1. Est- ce que tu pratiques un sport extrême?
  2. Est-ce que les sports extrêmes te plaisent? Tu aimerais les pratiquer?
  3. Pourquoi oui? / Pourquoi non?
  4. Si tu devais choisir un sport extrême pour essayer une fois, quel sport est-ce que tu choisirais? Pourquoi?
  5. Quel sport extrême est-ce que tu ne voudrais absolument jamais faire? (Où quel port extrême t'intéresse le moins?) Pourquoi? 

Slide 10 - Tekstslide

A la fin de ce cours:
Ik beheers vocabulaire om een voorkeur of afkeur aan te geven (zonder lang nadenken)
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

A la fin de ce cours:
Ik kan op papier een voorkeur of afkeur aangeven
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

A la fin de ce cours:
Ik kan op papier simpele argumenten geven waarom ik iets wel of niet leuk vind
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

A la fin de ce cours:
Ik kan een voorkeur of afkeur uitspreken zonder lang na te denken
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

A la fin de ce cours:
Ik kan met even nadenken mondeling redenen geven waarom ik iets wel of niet leuk vind
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

A la fin de ce cours:
Ik kan toetsvocabulaire in een context gebruiken (een schrijftekst of een gesprek)
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll