Maatschappijkunde - MASSAMEDIA H5

MAATSCHAPPIJKUNDE
MASSAMEDIA H5
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

MAATSCHAPPIJKUNDE
MASSAMEDIA H5

Slide 1 - Tekstslide

PLANNING
Massamedia H5 
Zelfstandig lezen
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

TERUGBLIK
SO
H4

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn commerciële belangen?

Slide 4 - Open vraag

War is selectieve perceptie?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een referentiekader?

Slide 6 - Open vraag

Welke rol speelt de vrijheid van meningsuiting in het mediabeleid?

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Uitleggen wat vrijheid van meningsuiting met media te maken heeft.
  • Weet je met welke 4 beperkingen de media te maken hebben (met vrijheid van meningsuiting)
  • Uitleggen op welke manier de overheid zorgt voor pluriformiteit in de media en waarom de overheid dat doet.
  • Het gevaar van persconcentratie uitleggen. 

Begrippen 
  • Censuur
  • Persvrijheid
  • pluriformiteit
  • persconcentratie

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig lezen
Bladzijde 56 en bladzijde 57

Omcirkel alle woorden die je moeilijk vindt!

Tijd: 7 minuten

Slide 9 - Tekstslide

Moeilijke woorden?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Democratie en de grondwet
Elk democratisch land (dus ook Nederland) heeft een grondwet waarin staat dat mensen: vrijheid van meningsuiting hebben.

In de Nederlandse grondwet staat het volgende in iets andere woorden......
 Je mag schrijven wat je wilt en dit openbaar maken en verspreiden door het te laten drukken of op internet te plaatsen.

Slide 12 - Tekstslide

Persvrijheid
Dat dit artikel in de Grondwet staat is voor ons allemaal belangrijk, maar vooral voor journalisten.

Die hebben daardoor persvrijheid

Dit wil zeggen: de media in ons land mogen bijna alles schrijven en laten zien wat ze willen.

Slide 13 - Tekstslide

Censuur
Persvrijheid en democratie horen bij elkaar. Oftewel; in een democratie is persvrijheid voor de media!

In een dictatuur is  géén persvrijheid maar precies het tegenovergestelde. 

Dit noem je; censuur. Dat betekent dat artikelen van journalisten vóóraf worden gecontroleerd door de machthebbers. (China of Noord Korea)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Freedom of press map
https://rsf.org/en/ranking

Slide 17 - Tekstslide




Democratie 
=
Persvrijheid



Dictatuur
=
Censuur
Artikelen of uitzendingen van journalisten worden vooraf gecontroleerd.
Bijna alles mogen schrijven en laten zien wat je wilt

Slide 18 - Tekstslide

Vier  beperkingen
Beperking 1: Media mogen niet discrimineren!  Ze mogen niets plaatsen of laten zien waarin er wordt gediscrimineerd 
Beperking 2: Media mogen geen onzedelijke informatie verspreiden. Denk bijvoorbeeld aan kinderporno.
Beperking 3: Media mogen geen onwaarheden verspreiden. Er mag dus niet met opzet iets geplaatst worden of uitgezonden dat een leugen is..
Beperking 4: Media mogen geen opruiende uitspraken doen. Ze mogen mensen niet tot haat of geweld aanzetten met hun beelden of teksten. 

(Gek voorbeeld: ze mogen niet schrijven dat iedereen Covid teststraten in de brand moet aan zetten... )

Slide 19 - Tekstslide

Begeleid inoefenen: opdrachten 1, 2, 3 en 4.
Bladzijde 57

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Slide 21 - Tekstslide

Op welke manier zorgt de overheid voor pluriformiteit?

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig lezen
Bladzijde 58 en bladzijde 59

Omcirkel alle woorden die je moeilijk vindt!

Tijd: 7 minuten

Slide 23 - Tekstslide

Moeilijke woorden?

Slide 24 - Tekstslide

Pluriformiteit
De overheid vind het belangrijk dat wij uit verschillende kranten, radiozenders, tv-zenders en bladen kunnen kiezen.           

WAAROM?          Zodat we informatie met elkaar kunnen vergelijken en een eigen mening kunnen vormen.

Dat noem je de pluriformiteit van de massamedia =  veel verschillende soorten media  

Slide 25 - Tekstslide

Persconcentratie
Veel kleine uitgeverijen zijn de laatste decennia verdwenen en de grote uitgeverijen zijn juist groter geworden =>  

Persconcentratie =>  dat een uitgeverij niet één, maar een aantal kranten of tijdschriften uitgeeft.


Slide 26 - Tekstslide

Gevolgen van persconcentratie
  1. Kranten en tijdschrijften moeten winst maken om te blijven bestaan. Voor kleine uitgeverijen is dat moeilijk. Hierdoor komt de pluriformiteit in gevaar.
  2. Een ander gevolg van persconcentratie is dat als heel veel tijdschriften en dagbladen in het bezit zijn van één grote uitgever dan lijken veel media op elkaar omdat het door dezelfde uitgever wordt gemaakt.

Slide 27 - Tekstslide

Wat doet de overheid?
De overheid treedt niet op tegen persconcentratie. Er zijn dus geen regels gemaakt waar uitgevers zich aan moeten houden.

Alleen als uitgevers zich niet aan de wet houden 
(de vier beperkingen) of als de pluriformiteit van de media in gevaar lijkt te komen, grijpt de overheid soms in. 

Slide 28 - Tekstslide

Begeleid inoefenen: opdrachten 5, 6, 7 en 8
Bladzijde 59

Slide 29 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken rest van de opdrachten, begrippen en samenvatting

Slide 30 - Tekstslide