Lesson 13

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Lesson 13 

Open your note book and have your workbook ready.

Table of contents

• Lesson aims 
• Uitleg spreekopdracht
• Grammatica
• Werkboek

Belangrijke info:

-

Lesson aim

At the end of the lesson the student:

- Can use the past simple.

Create a sentence in the past simple, then turn it into a question.

Noem de vijf regels van de past simple vervoegen.

De past simple:

Wanneer te gebruiken:

Dingen die in het verleden zijn afgerond (klaar)

|--------|-------|

vaak zie je dan ook signaalwoorden:

yesterday, last week, a minute ago, this morning

Hoe maak je hem?

1. werkwoord + ed (standaard)
2. live --> +d (eindigt al op e)
3. carry --> +ied (eindigt op -y
4. step --> +ped (klinker/medeklinker)
   

vervoeg het woord:

(to walk)

vervoeg het woord:

(to judge)

vervoeg het woord:

(to copy)

Negations (negatieve zinnen)

Did + not = hele werkwoord

I ate a banana.

I did not eat a banana

I didn't eat a banana.

Vragende zinnen

Did + hele werkwoord

I ate a banana.

Did I eat a banana?

Did komt dus vooraan te staan.

Uitzondering: to be (was/were)

Onregelmatig

Irregular verbs zijn werkwoorden die niet de vervoegingen krijgen van de vorige slide.

Voorbeeld: to run wordt niet runned, maar ran. to eat --> ate

Deze moeten we dus uit ons hoofd leren. (achterin het boek)

Tot aan het einde

We gaan verder met het uitschrijven van de spreekopdracht.

Lesson aim

At the end of the lesson the student:

- Can use the past simple.