Blok A grammatica 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Programma

• Lezen
• Lesdoelen
• Huiswerk bespreken
• Theorie
• Oefening
• Verwerking
• Afsluiting

Lesdoelen

• Aan het einde van de les kan je een werkwoordelijk gezegde zoeken in een zin. 
• Aan het einde van de les kan je een onderwerp zoeken in een zin. 

Huiswerk bespreken

• Controleer je antwoorden.
• Stel vragen als je opdrachten niet begrijpt.
• Schrijf één ding op dat je echt begrijpt.
• Schrijf één ding op dat je nog zou willen oefenen. 

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Werkwoordelijk gezegde (=alle werkwoorden)

Bestaat uit: persoonsvorm + andere werkwoorden

Let op! (te + infinitief)

Let op! gescheiden werkwoorden (schoonmaken)

--> Ik maakte gisteren schoon

Voorbeeld

Hij staat daar te fluiten

Werkwoordelijk gezegde= staat te fluiten

Ik leg het straks aan je uit.

Werkwoordelijk gezegde= leg uit

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Hij steekt de straat over.

Wat is het onderwerp?

=wie iets doet/wat iets doet

Stappenplan:

1. Zoek het werkwoordelijk gezegde.

2. Wie/wat + gezegde?

Wat is het onderwerp?
Cesar gaat lopend naar de supermarkt.

1. Cesar
2. supermarkt
3. lopend
4. gaat

Verwerking 1hv

Wat?                opdrachten maken

Hoe?               opdr. 13 t/m 14, 16 t/m 18 op bladzijden 20 t/m 22                                  uit je boek of Learnbeat 1.2 B (vraag 2), C en D                                        (vraag 4 t/m 6)                           

Hulp?              docent of buurman

Klaar?             lezen/schoolwerk

Huiswerk?    alles wat niet af is

Verwerking 1v

Wat?                opdrachten maken

Hoe?               opdr. 8 t/m 11 en 13 t/m 14 op bladzijden 22 t/m 24                              uit je boek of Learnbeat 1.2 B (vraag 5 t/m 7), C en D                            (vraag 1, 4 en 5)

Hulp?              docent of buurman

Klaar?             lezen/schoolwerk

Huiswerk?    alles wat niet af is