K3 bio Thema 1 BS 2 Bouw organisme

BS 2 Bouw van een organisme
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

BS 2 Bouw van een organisme

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een organisme?
timer
1:00

Slide 2 - Open vraag

Wat is een levenskenmerk?
A
Praten
B
Verliefd zijn
C
Ademhalen
D
uit eten gaan

Slide 3 - Quizvraag

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ontwikkelen
B
Bewegen
C
Voortplanten
D
Communiceren

Slide 4 - Quizvraag

Levenskenmerken
Horen
Voelen
Uitscheiden
Bewegen
Ademhalen
Voeden
Voortplanten
Zien
Ruiken
Proeven
Groeien
Waarnemen
Reageren
Ontwikkelen

Slide 5 - Sleepvraag

Plassen is een levenskenmerk, de levenskenmerk die hierbij hoort is:
A
Voeding
B
Uitscheiding
C
Ademhaling

Slide 6 - Quizvraag

Een wezen dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft:
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
Organisme

Slide 7 - Quizvraag

BS 2 Bouw van een organisme

Slide 8 - Tekstslide

Orgaanstelsels
Een orgaan is onderdeel van een organisme met één of meer taken, bv. je spieren en je longen. 
Ook planten hebben organen: wortels, stengels en bladeren

Een groep organen die samenwerken noemen we een orgaanstelsel
Een voorbeeld is het verteringsstelsel 🍕

-> Ken je nog meer orgaanstelsels? 




Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Borstholte en buikholte
Het middenrif (spier) deelt de romp in een borstholte en buikholte

Er liggen organen in de borstholte: bv. hart en longen
Er liggen andere organen in buikholte

Slokdarm en aorta liggen in beide


Slide 11 - Tekstslide

Cellen
Organen bestaan uit cellen 
Cellen zijn de kleinste bouwstenen van organismen

Met microscoop kun je ze zien, maar ze zijn niet plat in het echt

Cellen hebben verschillende vormen, omdat ze verschillende taken hebben


Slide 12 - Tekstslide

Weefsels
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem je een weefsel.
Organen zijn vaak opgebouwd uit meerdere weefsels

Slide 13 - Tekstslide

Tussencelstof
In veel weefsel ligt tussencelstof tussen de
cellen: 
Dat kan vloeistof zijn-> hersenvloeistof 
tussen zenuwcellen in hersenen

Dat kan harde stof zijn-> harde stof (kalk) in 
beenweefsel tussen botcellen

Slide 14 - Tekstslide

Organisatieniveaus van organismen
Deze moet je kennen van groot naar klein en omgekeerd!!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Organisatieniveaus 

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk:

Lezen BS 2 Bouw van organismen

Maken: opdrachten 1, 2, 4, 5, en 6

Klaar? -> nakijken introductie opdrachten en BS 1 

Slide 18 - Tekstslide

Introductie-opdracht 1

Slide 19 - Tekstslide

Introductie opdracht 2

Slide 20 - Tekstslide

Introductie opdracht 3

Slide 21 - Tekstslide

Introductie opdracht 4

Slide 22 - Tekstslide

BS 1 opdracht 3 (schemaatje)

Slide 23 - Tekstslide

Einde les.
HUISWERK STAAT IN SOM??
 
tot de volgende keer!


Slide 24 - Tekstslide