mijn fantastische elastische brein

HET BREIN!
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

HET BREIN!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je fantastische elastische brein
kijk en luister naar het verhaal over je brein.
Je mag aantekeningen maken op je wisbordje!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je brein

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebieden in de hersenen

Slide 14 - Tekstslide

De hersenen bestaan uit meerdere delen:


De grote hersenen (cerebrum of telencephalon).
Dit is het bovenste en grootste deel dat de structuur van een walnoot heeft. Dit deel regelt het denken, zien, spreken, voelen, ruiken en proeven. Het regelt onze emoties, gedrag en ons bewustzijn, maar ook de aansturing van spieren.
De kleine hersenen (cerebellum).
Dit deel ligt tegen de grote hersenen aan en regelt onze bewegingen door de coördinatie van spieren aan te sturen.
De hersenstam.
Dit is het onderste stukje van de hersenen dat het ruggenmerg met de hersenen verbindt. De hersenstam regelt lichamelijke processen als de spijsvertering, ademhaling, bloedsomloop, slapen & wakker worden, bewustzijn en de reflexen.
Diencephalon (tussenhersenen).
Dit meer primitieve deel van de hersenen ligt tussen de hersenstam en de grote hersenen. De tussenhersenen bestaan uit regelcentra.
Thalamus verbindt (en filtert prikkels tussen) het ruggenmerg met de grote hersenen. Thalamus is een schakelstation voor impulsen uit de zintuigen. Zo kan bij concentratie op een specifieke bezigheid de thalamus ervoor zorgen dat je andere impulsen minder bewust waarneemt.
Hypothalamus bestaat uit een aantal centra voor het regelen van de homeostase (o.a. bloeddruk, temperatuur, honger en dorst). Het verbindt het zenuwstelsel met het hormoonstelsel van de mens. Het staat in contact met de hypofyse, een belangrijke klier die hormonen aanmaakt en andere hormoonklieren afremt of stimuleert.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nu over je brein?
praat in je groep over alles wat je weet over het brein.
Daarna volgt een quiz.


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn je hersenen een orgaan?
A
nee
B
ja

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het enkelvoud van hersenen?
A
Hersen
B
Hersenen
C
Hersenen heeft geen enkelvoud

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je schedel beschermt je ...
A
hart
B
hersenen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de hersenen
A
het brein
B
je hoofd
C
je gedachten
D
nadenken

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hebben kinderen kleinere hersenen dan volwassenen?
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als je iets ruikt?
A
Er gaat via de bloedvaten een signaal naar de hersenen
B
Er gaat via de spieren een signaal naar de hersenen
C
Er gaat via je hart een signaal naar de hersenen
D
Er gaat via je zenuwen een signaal naar de hersenen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke periode ontwikkelen je hersenen zich?
A
Voor je geboorte tot je 25ste
B
Tussen 10 en 40 jaar
C
Voor je geboorte tot je 65ste
D
Tussen 20 en 50 jaar

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vragen:
              - wat is er nodig om je brein te laten groeien                
-zou je je brein willen laten groeien                
-is ieders brein hetzelfde                
-welke dingen doe je met je brein                
              
groepjes van 3 of 4 maken                
elk kind een eigen kleur stift of pen                
allemaal antwoorden op de vraag, klassikaal komen tot een eindproduct!                

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hopelijk vond je het een leerzame les!
Groetjes juf Ellen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog vragen?
Wat zou je nog willen leren over je brein?
Bedenk in elk geval één vraag!

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf hieronder op wat je van de les vond.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf je vraag hier op:

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

je brein

Slide 42 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over je brein? Schrijf hier je antwoorden op!

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt samen over het brein gesproken. Je brein zorgt voor heel veel.
Wat hebben jullie bedacht?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies