C2.3.2 Welvaart, Crisis en Dreiging (deel 1)

3.2 Welvaart, crisis en dreiging
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.2 Welvaart, crisis en dreiging

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wie begon de Eerste Wereldoorlog?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Engeland
D
Sovjet-Unie

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?
A
Nationalisme
B
Bondgenootschappen
C
Religie
D
Wapenwedloop

Slide 5 - Quizvraag

De Eerste Wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 6 - Quizvraag

In de Eerste Wereldoorlog werd er gevochten met...
A
Zwaarden en paarden
B
Gas, zwaarden en paarden
C
Gas, mitrailleurs, paarden, bommen, tanks
D
Tanks, auto's, atoomwapens en mitrailleurs

Slide 7 - Quizvraag

Nieuwe lesstof 
3.2 Welvaart, crisis en dreiging

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

20 miljoen doden

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

De Roerige jaren 20'
Amerika gaat een 'Gouden tijd' tegenmoet na de Eerste Wereldoorlog
  • Auto's
  • Koelkasten
  • Radio's

Rond 1925 gaat het in meerdere Europese landen goed, zelfs Duitsland.

Totdat de wereldcrisis aanbrak....



In de Roerige jaren 20' was het motto: ''Leef nu, betaal later''. Heel de Amerikaanse samenleving was gebaseerd op (ongezonde) leningen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

        Aan het eind van de les...
  • kun je uitleggen wat de oorzaken waren voor  
       het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog;
  • weet je welke partijen bij de oorlog betrokken waren;
  • kun je beschrijven hoe de partijen elkaar bestreden;
  • weet je welke gevolgen de oorlog had voor Nederland.

Slide 24 - Tekstslide