§4 Samenwerken of verzet

§4 De Duitse bezetting in Nederland
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§4 De Duitse bezetting in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag? 
- Welkom!  
- Uitleg §4
- Aantekening §4
- Oefenvragen maken
- Klokhuis WOII
- Blooket
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
Par. 5.4 vraag 3 t/m 8, 10 en 11

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3 
  • A) Door de Neurenberger wetten hadden Joden niet meer dezelfde rechten als andere burgers. 
  • B) De kristalnacht 
  • C) Antisemitisme 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 4
  • In het jaar 1933 kwam Hitler aan de macht en begon met de discriminatie en vervolging van de Joden. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 5 
Voorbeeld: In die tijd werden Joden al vervolgd in Duitsland en was het gevaarlijk om zo openlijk voor het joodse geloof uit te komen. Bovendien woonden er in Oekraïne meer Joden. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6
Voorbeeld: 
Joden werden gedwongen te wonen in afgesloten stadswijken, waar ze geen contact meer hadden met niet-Joden. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 7
  • A) 1941
  • B) 1942
  • C) Hij wilde nu alle Joden zo snel mogelijk uitmoorden. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 8
  • A) In Polen 
  • B) 3,3 miljoen 
  • C) Naar Auschwitz-Birkenau
  • D) Van de Baltische Staten, Van Griekenland
  • E) Voorbeeld: Er zijn relatief veel Joden uit Nederland vermoord. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 10 

C-E-B-A-D-F

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 11
A) Dat Joden massaal werden vermoord.
B) De opstandelingen wisten dat ze sowieso zouden sterven. Of door zich te laten afvoeren, of door zich te verzetten tot de dood. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen bezetting en bevrijding.
  • Ik kan uitleggen hoe Joden in Nederland steeds meer werden buitengesloten en gediscrimineerd
  • ik kan uitleggen waarom het leven in Nederland tijdens de bezetting steeds zwaarder werd.
  • Ik kan uitleggen waarom sommige Nederlanders kozen voor samenwerking met de Duitsers.
  • Ik kan uitleggen waarom sommige Nederlanders kozen voor verzet tegen de Duitsers.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Harde cijfers 
A. Nederlanders in het verzet
B. Leden van de NSB
C. Nederlanders bij Waffen SS
D. Onderduikers
E. Joodse slachtoffers
F. Militaire slachtoffers
1. 100.000
2. 102.000
3. 350.000
4. 7900
5. 22.000-25.000
6. 45.000

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Harde cijfers 
  • A=6: Nederlanders in het verzet: ca. 45.000
  • B=1: Leden van de NSB: ca. 100.000
  • C=5:Nederlandse leden bij Waffen SS: ca. 25.000
  • D=3: Onderduikers: ruim 350.000
  • E=2: Joodse slachtoffers: 102.000
  • F=4: Militaire slachtoffers: 7900

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezetting Nederland
  • Nederland wilde neutraal blijven.

  • 1940 Duitse troepen vallen Nederland binnen. 

  • Snelle overgave bombardement Rotterdam. 

  • Bezetting:  de verovering van een ander land en het overnemen van de macht

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse Joden 
  • Vanaf de bezetting anti-Joodse maatregelen.

  • 1942 Deportatie van de Joden naar Westerbork (lees: Auschwitz)  

  • 27% keerde terug naar Nederland: 
    - Verzet kwam pas in 1943 op gang.
    - Goede bureaucratie
    .

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke veranderingen (1) 
  • Afschaffing democratie.

  • Koningin en kabinet vluchtten naar Engeland.

  • Burgerbestuur door Rijkscommissaris Seyss Inquart.

  • Ambtenaren blijven onder Duitse bezetting. (regering geeft daar opdracht toe). 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke veranderingen (2) 
  • Duitsers zagen Nederlanders als stamverwanten: Germaans bloed.

  • Nederlanders zouden ook te winnen zijn voor nationaalsocialisme.

  • Weinig grote bestuurlijke veranderingen, daardoor was er weinig verzet tegen Duitse overheersing. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal-economische veranderingen
  • De Nederlandse economie kwam in dienst te staan van de Duitse economie.

  • Vanaf 1942 gedwongen arbeid in Duitsland.

  • Schaarste aan voedsel een kleding: distributiebonnen.

  • Werkloosheid nam af door productie voor Duitsland. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Arbeidseinsatz
mei 1943



Nederlandse mannen worden in 1943 opgeroepen om verplicht in Duitsland te werken: alle mannen tussen 18 en 35 jaar moeten zich melden.
Uiteindelijk werken rond de 500.000 Nederlanders in Duitsland.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturele veranderingen
  • Nazificering van de Nederlandse bevolking.

  • Invoering van de 'Kultuurkamer': kunstenaars werden gecontroleerd. 

  • Controle op kranten, radio en verenigingen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wederzijdse welwillendheid (1940-1941) 
  • Afname werkloosheid door Duitse vraag naar producten/arbeidskrachten.

  •  Gewone leven moest doorgaan.

  • Nationaalsocialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert groeit nauwelijks

  • Eerste gevoelens van armoede: er onstond schaarste aan producten.  Kritiek op controle kunst en pers.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anti-Duitse stemming en dwang (1941-1942)
  • Hardere aanpak van de Nederlanders: nationaalsocialistische propaganda sloeg niet aan: Februaristaking in 1941.

  • Invoering van de tewerkstelling. 

  • Joden worden nog meer geïsoleerd. 

  • Eerste razzia's: kortdurende acties waarbij bepaalde groepen mensen worden opgepakt. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groeiend aantal conflicten (1943-1944)
  • Groei van het verzet.

  • - Actief verzet: onderduikers verbergen, persoonsbewijzen vervalsen: 5%
    - Passief verzet: sabbotage, fiets niet inleveren, Radio Oranje luisteren. 

  • April/meistakingen: fussileren van leiders.

  • Collaboratie: samenwerking: accomodatie: aanpassing: verzet. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totale chaos (1944-1945)
  • 1944: Dolle dinsdag/Market Garden.

  • Oproep van regering tot Nederlandse Spoorwegstaking.

  • Aanslagen op Duitse officieren.

  • Razzia's: Putten/Rotterdam

  • Hongerwinter

Slide 25 - Tekstslide

In de nacht van 30 september op 1 oktober 1944 beschoten leden van de Puttense verzetsbeweging bij de Oldenallerbrug tussen Putten en Nijkerk een auto van de Wehrmacht, omdat ze dachten dat Rauter erin zou zitten. Bij het vuurgevecht kwam een Duitse officier om het leven, twee van de inzittenden – korporaals – wisten te vluchten en een andere officier vluchtte zwaargewond naar een nabijgelegen boerderij, van waaruit hij ook de Duitsers inlichtte. Rauter zat niet in de auto. Als wraak werd op 2 oktober 1944 door de Duitse bezetters een razzia in het dorp Putten uitgevoerd, waarbij 661 mannen en jongens (nagenoeg de volledige mannelijke beroepsbevolking) naar diverse concentratiekampen werden afgevoerd; liefst 540 van hen kwamen daarin om.
Samenwerken of verzet?
Houdingen die Nederlanders aan konden nemen tijdens de bezetting:
1. Verzet= Duitsers tegenwerken
2. Collaboratie= samenwerken met Duitsers
3. Aanpassing = mensen doen wat hen opgedragen word

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Verzet
  • Nederlandse verzet
  • Pleegden aanslagen tegen Duitsland
  • Overvielen bevolkingsregistratie kantoor
  • Stalen voedselbonnen
  • Drukte illegale kranten
  • Hielpen joden onderduiken
  • Kortom: deden alles wat Nazi’s verboden hadden

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Alle post- en sierduiven moeten worden gedood. 
Duiven vliegen vrij rond en kunnen 
boodschappen brengen naar de geallieerden.

Duivenpootjes mét ring moeten 
als bewijs worden ingeleverd.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies








Om te voorkomen dat Joden worden opgepakt,
worden identiteitsbewijzen vervalst...

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzet en Verraad
Een aantal Nederlanders ging wel in het verzet om de Duitsers zoveel mogelijk tegen te werken
- Actief verzet
- Passief verzet

Anderen werkten juist mee met de Duitsers, vaak sloten zij zich aan bij de NSB. ZIj werden collaborateurs genoemd. Niet alle collaborateurs waren echter "verraders".

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Verzet





Weinig verzet, moeilijk genoeg te overleven
5% van de Nederlanders: bij het verzet

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Collaboratie
  • werkte mee met de vijand (Duitsland)
  • vaak lid van NSB
  • na de oorlog gezien als landverraders


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzet & collaboreren
  • Actief verzet
  • Passief verzet
  • Collaboreren 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opkomst NSB
  • 1940: NSB alleen toegestaan in NL als politieke partij.
  • Nationaal-socialistisch ingesteld.
  • Partij bestuurd door Anton Mussert
  • NSB = Nationaal Socialistische Beweging.

Bekijk  het volgende filmpje. Welke daden van
verzet en collaboratie worden genoemd?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hongerwinter
  • 1944-1945
  • Bevoorrading West-Nederland stopt (Spoorwegstaking)
  • Hongerwinter breekt uit 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de mislukte slag om Arnhem ontstond de hongerwinter (44-45)


De Hongerwinter had een aantal oorzaken. Zo was er geen aanvoer van kolen meer mogelijk uit Limburg, omdat dit deel van Nederland al was bevrijd. Daarnaast zorgde de Spoorwegstaking ervoor dat er niets meer werd vervoerd én namen de Duitsers wraak door hoofdroutes naar West-Nederland te blokkeren



Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies






Het systeem van de distributiebonnen, dat al in 1939 was ingevoerd,
werkt in de laatste fase van de oorlog niet meer: er wás gewoon niets meer



Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hongerwinter november 1944 - april 1945




Hongerwinter: winter van 1944 1945

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hongerwinter
In de Hongerwinter  van 1944 stierven meer dan 20.000 mensen van de honger en van de kou. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen? (5.5)
Groep A:
Meedoen met rest uitleg/ opdrachten maken/check met test jezelf/leerdoelen checken/ leerdoelen inleveren
Groep B:
Tekst lezen/opdrachten maken/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ leerdoelen inleveren
Groep C:
Tekst lezen/samenvatting maken/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ samenvatting en leerdoelen inleveren
Groep D:
Filmpjes kijken/vergelijken met leerstof/ samenvatting van filmpjes en leerstof/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ samenvatting
en leerdoelen inleveren

Klaar?
1: Oefen de onvoldoende leerdoelen met behulp van een andere letter (A, B, C, D)
2: Oefen de overige leerdoelen met behulp van een andere letter (A, B, C, D)  

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies