1) Je kunt vertellen wat je op welk moment van de dag eet.
2) Je kent 20 voedingsmiddelen in het Spaans.
3) Je kunt het ww querer vervoegen en gebruiken.
4) Je kunt het ww gustar vervoegen en gebruiken.
5) Je kent de onbepaalde lidwoorden.
6) Je weet wat telbare en niet telbare woorden zijn + grammaticale regel.
7) Je kunt het ww hay gebruiken en kent de grammatica regel.