4VWO-PERIODO 4

4VWO-PERIODO 4
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

4VWO-PERIODO 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTES Y AHORA
¿ESTÁS DE ACUERDO?
sitio= lugar = plek
descubrir = ontdekken
mover = bewegen
personas = mensen
pocos = weinig mensen
BEGINTAAK

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN


Je kunt vergeleken hoe het vroeger was met hoe het nu is.

Je kunt je mening geven.



SUCCESCRITERIA

- Je kent de regelmatige vervoeging van de Pretérito Imperfecto.
- Je kent de vervoegingen van de Pretérito Imperfecto van de werkwoorden ir, ser, haber en ver.
- Je kunt een korte tekst schrijven over hoe dingen vroeger waren.
- Je kent de signaalwoorden van de Pretérito Imperfecto.
- Je kent minimaal twee uitdrukkingen om je mening te geven.




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sitio= lugar = plek
parecer= lijken op
depende= her hangt af

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imperfecto Regular

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imperfecto irregular
HABER
-------
-------
había
-------
-------
------

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTES

  • YO VIVÍA EN BUENOS AIRES
  • NO HABLABA HOLANDÉS
  • IBA AL TRABAJO EN METRO O TAXI
  • ERA PROFESORA DE ITALIANO

  • VIVÍA EN UN APARTAMENTO

AHORA

  • VIVO EN HEILOO
  • TAMBIÉN HABLO HOLANDÉS
  • VOY AL TRABAJO EN COCHE O EN BICICLETA
  • TAMBIÉN SOY PROFESORA DE ESPAÑOL
  • VIVO EN UNA CASA CON JARDÍN

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ESCUCHAMOS

Slide 10 - Tekstslide

AULA INTERNACIONAL 2 PLUS 
LECCION 9
PAG. 209 EJERCICIOS - EJ. 6
ESCRIBIMOS Y COMENTAMOS
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN


Je kunt vergeleken hoe het vroeger was met hoe het nu is.

Je kunt je mening geven.



SUCCESCRITERIA

- Je kent de regelmatige vervoeging van de Pretérito Imperfecto.
- Je kent de vervoegingen van de Pretérito Imperfecto van de werkwoorden ir, ser, haber en ver.
- Je kunt een korte tekst schrijven over hoe dingen vroeger waren.
- Je kent de signaalwoorden van de Pretérito Imperfecto.
- Je kent minimaal twee uitdrukkingen om je mening te geven.




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EXPRESAR OPINIÓN

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿ESTÁS DE ACUERDO?
  1. AHORA VAS A LEER 4 FRASES.
  2. COMENTA CON TU COMPAÑERO EL SIGNIFICADO.
  3. DISCUTE SI ESTÁS DE ACUERDO O NO Y POR QUÉ.
  4. PREPARA LA RESPUESTA CON TU COMPAÑERO.
  5. COMENTA TU RESPUESTA CON LA CLASE.
USA LAS EXPRESIONES APRENDIDAS PARA DAR TU OPINIÓN.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿ESTÁS DE ACUERDO?
  1. ANTES ESTUDIAR ERA MÁS FÁCIL.

  2. LA JUVENTUD DE ANTES LEÍA MUCHO MÁS.

  3. LA TECNOLOGÍA ES EL FUTURO DE LA HUMANIDAD.

  4. LA EDUCACIÓN SECUNDARIA ANTES ERA MEJOR.
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN


Je kunt vergeleken hoe het vroeger was met hoe het nu is.

Je kunt je mening geven.



SUCCESCRITERIA

- Je kent de regelmatige vervoeging van de Pretérito Imperfecto.
- Je kent de vervoegingen van de Pretérito Imperfecto van de werkwoorden ir, ser, haber en ver.
- Je kunt een korte tekst schrijven over hoe dingen vroeger waren.
- Je kent de signaalwoorden van de Pretérito Imperfecto.
- Je kent minimaal twee uitdrukkingen om je mening te geven.




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TUSSENTAAK
werken
gaan
zijn
maken/doen
dood gaan
opgroeien
verkrijgen/ krijgen
hebben
zijn (tweede werkwoord)
wonen
leven
studeren
geboren
trouwen
veranderen in/worden
¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL?
timer
3:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN


Je kunt vertellen/schrijven over het leven van iemand.



SUCCESCRITERIA

Je maakt kennis met een andere verleden tijd: el pretérito indefinido.

Je kent de vervoeging van de 3de personsvorm P.Indefinido van de regelmatige werkwoorden.
Je kent de vervoeging van de 3de personsvorm van de onregelmatige werkwoorden: ser/nacer/morir/tener/ir/hacer/estar

Je kent de signaalwoorden van de P.Indefinido.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TB PAG. 32  -LEEMOS EL TEXTO

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEE EL TEXTO OTRA VEZ. EN ESTE TEXTO APRENDEMOS OTRO TIEMPO DEL PASADO. ¿RECONOCES LOS VERBOS?  MÁRCALOS EN CADA BIOGRAFÍA.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indefinido
Regelmatig

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INDEFINIDO 
De indefinido wordt gebruikt voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden. Deze gebeurtenissen/acties zijn afgesloten en hebben voor de spreker geen verband met het heden. 

Ayer hablé con mi abuelo sobre las clases en línea. 
Gisteren praatte ik met mijn opa over de online lessen. 
Ik heb gisteren met mijn opa over de online lessen gesproken. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MARCADORES TEMPORALES

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ser       ir        tener     estar   hacer

fui                      fui                  tuve                        estuve             hice

fuiste               fuiste            tuviste                  estuviste         hiciste

fue                    fue                 tuvo                        estuvo             hizo

fuimos            fuimos          tuvimos                estuvimos     hicimos

fuisteis           fuisteis         tuvisteis               estuvisteis     hicisteis

fueron             fueron          tuvieron                estuvieron     hicieron

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LA PG. 137

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm in:
En 1999___________(viajar, yo) a Italia.
La semana pasada___________(escribir, él) una carta.
Anoche___________(comer, nosotros) una pizza.
En agosto_______________(llegar, ellos) a España. 

Lincoln_______(ser) el presidente de los EEUU.
viajé
escribió
comimos
llegaron
Ayer___ (ir,yo) a Amsterdam
fui
fue

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TRABAJA
timer
5:00

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VERVOEG DE VOLGENDE WERKWOORDEN IN DE INDEFINIDO 3de. psv enk.

CONVERTIRSE
NACER
MORIR
TRABAJAR
CRECER
VIVIR
TENER
IR
ESTAR
CASARSE
OBTENER
timer
5:00
TUSSENTAAK

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRACTICAMOS
timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿CÓMO SE ESCRIBE UNA BIOGRAFÍA?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TRABAJA - HAZ LAS TAREAS 3 Y 4
timer
20:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra opdracht: 
gebruik de woordenschat dat je kent om mensen qua uiterlijk en karakter te beschrijven. Pas toe het gebruik van de Pretérito Indefinido met de juiste tijdsaanduidingen.

DESCRIBIR A UNA PERSONA FAMOSA DE TU PAÍS.

  • Zeg iets over zijn uiterlijk en karakter.
  • Vertel ook waar hij/zij is geboren.
  • Waar heeft hij/zij gestudeerd.
  • Waar heeft hij/zij gedaan.
  • Als hij/zij nog leeft, dan vertelt wat hij/zij woont.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN


Je kunt vertellen/schrijven over het leven van iemand.



SUCCESCRITERIA

Je maakt kennis met een andere verleden tijd: el pretérito indefinido.

Je kent de vervoeging van de 3de personsvorm P.Indefinido van de regelmatige werkwoorden.
Je kent de vervoeging van de 3de personsvorm van de onregelmatige werkwoorden: ser/nacer/morir/tener/ir/hacer/estar

Je kent de signaalwoorden van de P.Indefinido.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Un momento inolvidable

Mira la fotografía. ¿Por qué crees que ese día fue tan especial para Emilio? Coméntalo con tu compañero/a

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ESCUCHA Y TOMA NOTA

Slide 41 - Tekstslide

AULA INTERNACIONAL 2 PLUS 
LECCIÓN 10
PG. 137 AUDIO

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

AULA INTERNACIONAL 2 PLUS
PAG. 138-139

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies