H 1 Landschappen - herhaling p. 1-4

H 2 Landschappen - herhaling
paragraaf 1 tot en met 4. 
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H 2 Landschappen - herhaling
paragraaf 1 tot en met 4. 

Slide 1 - Tekstslide

Verwering
Erosie
Sedimentatie

Slide 2 - Sleepvraag

2 Hoe wordt een groot pakket van ijs in de bergen ook wel genoemd?

Slide 3 - Open vraag

1 Het afslijten van gesteente door water, wind of ijs wordt ook wel........genoemd
A
Verwering
B
Erosie
C
Massabeweging
D
Sedimentatie

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin hoort bij mechanische verwering?
A
Gesteente verandert van samenstelling
B
Gesteente valt uit elkaar in kleine stukken
C
Veel vocht en warmte versnellen dit proces
D
De plantenwortels scheiden zuren af

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin hoort bij chemische verwering?
A
Gesteente verandert van samenstelling
B
Gesteente valt uit elkaar in kleine stukken
C
Veel vocht en warmte versnellen dit proces
D
IJs kan de scheurtjes in de stenen groter maken

Slide 6 - Quizvraag

Het neerleggen van materiaal als de transportsnelheid van water, wind of ijs afneemt heet:
A
Sedimentatie
B
Reliëf
C
Verwering
D
Zwerfstenen

Slide 7 - Quizvraag

Een U-dal wordt gevormd door:
A
De wind
B
Een rivier
C
Een gletsjer
D
De zee

Slide 8 - Quizvraag

5 In welk klimaat vindt de meeste winderosie plaats?
A
Woestijn
B
Savanne
C
Steppe
D
Noord- en Zuidpool

Slide 9 - Quizvraag

Noem 2 kenmerken van oud gebergte

Slide 10 - Open vraag

Welke bewering klopt?
A
Zand is kleiner dan grind en klei
B
Grind is kleiner dan zand en klei
C
Klei is kleiner dan zand en grind

Slide 11 - Quizvraag

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord past niet bij deze foto?
A
Stenen
B
Hooggebergte
C
Verwering
D
Sedimentatie

Slide 13 - Quizvraag

Noem 2 kenmerken van jong gebergte

Slide 14 - Open vraag

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 15 - Quizvraag

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 16 - Sleepvraag

In welke deel van de loop van een rivier vind je de puinhellingen?

Slide 17 - Open vraag

Een V-dal is gemaakt door:
A
een lawine
B
een gletsjer
C
mensen
D
een rivier

Slide 18 - Quizvraag

5 In welk klimaat vindt de meeste winderosie plaats?
A
Woestijn
B
Savanne
C
Steppe
D
Noord- en Zuidpool

Slide 19 - Quizvraag

Wat is sedimentatie?
A
wat een rivier heeft afgezet bij de overstroming
B
wat op de bodem van de rivier ligt
C
wat een rivier meevoert in het water
D
weiland langs de rivier

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
Sedimentatie-erosie-verwering
B
Erosie-verwering-sedimentatie
C
Verwering-erosie-sedimentatie
D
Erosie-sedimentatie-verwering

Slide 21 - Quizvraag

Op de foto zie je een voorbeeld van ...
A
erosie
B
sedimentatie
C
verwering

Slide 22 - Quizvraag

Wat is sedimentatie?
A
Het kapotgaan van gesteente.
B
Het neerleggen van materiaal door wind, water en ijs.
C
Het uitschuren van de rivierbodem.
D
Dit zijn deeltjes zand, klei en grind.

Slide 23 - Quizvraag

Voor de vorming van duinen heb je nodig ...
A
Zee, wind en begroeiing
B
Zee en begroeiing
C
Zee, wind en zon
D
Wind en begroeiing

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet de grassoort die we veel in de duinen tegenkomen?
A
Hemelgras
B
Helmgras
C
Halalgras
D
Hummelgras

Slide 25 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een stuwwal.
A
Beemster
B
Veluwe
C
Utrechtse heuvelrug
D
Waddenzee

Slide 26 - Quizvraag

De grens tussen Hoog- en Laag Nederland is vastgesteld op 1 meter boven NAB.
A
Goed
B
fout

Slide 27 - Quizvraag

Wie weet nog wat betekent NAP?
A
Nederlandse avond peil
B
Nationale algemene peil
C
Nieuw Amsterdams peil
D
Normaal Amsterdams peil

Slide 28 - Quizvraag

Welk deel van NL was lang geleden bedekt met ijs?
A
Het zuiden
B
Het noorden
C
Het westen
D
Het oosten

Slide 29 - Quizvraag

Een stuk land dat door een dijk is omringd en waar de waterstand door mensen wordt geregeld heet...
A
gemaal
B
terp
C
polder
D
waddenzee

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Wat stond bij het vraagteken?
A
Stuwwallen
B
Terpen
C
Polders
D
Dijken

Slide 32 - Quizvraag

Wat hebben hunebedden met de ijstijd te maken?
A
In de ijstijd maakten mensen Hunebedden
B
Hunebedden hebben niets met de ijstijd te maken
C
Door het ijs vond er veel verwering plaats
D
De zwerfstenen zijn meegekomen met het ijs uit scandinavië

Slide 33 - Quizvraag

Duinen
Terp
Zwerfkeien
Stuwwallen

Slide 34 - Sleepvraag

IJstong
Smeltwaterdal
Stuwwal

Slide 35 - Sleepvraag

De heuvels in Zuid Limburg zijn stuwwallen.
A
Niet waar
B
Waar
C
Alleen op maandag

Slide 36 - Quizvraag

Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 37 - Quizvraag

Amsterdam ligt in
A
Laag Nederland
B
Hoog Nederland
C
Tussen in

Slide 38 - Quizvraag

Apeldoorn is in Oost Nederland en ligt in
A
Laag Nederland
B
Midden Nederland
C
De Veluwe
D
Hoog Nederland

Slide 39 - Quizvraag

Waar woonden mensen op toen er nog geen duinen waren?
A
Dijken
B
Hollandveen
C
Oude duinen
D
Terpen

Slide 40 - Quizvraag

Gemaal
Polder
NAP
Dijken

Slide 41 - Sleepvraag


Hoe zijn stuwwallen ontstaan?

A
In de tijd van de jagers en verzamelaars door de co2 uitstoot
B
In de tijd van de extreme kou door de oerknal
C
In de ijstijd door de stuwing van meters hoge ijsmassa's
D
In de ijstijd ijsmassa's vanuit Spanje

Slide 42 - Quizvraag

Veen
Waddenzee
Polder
Reliëf
Stuk land omgeven met dijk waarin de waterstand door de mensen geregeld word.
Hoogteverschillen in het landschappen
Stuk zee langs de kust die regelmatig droogvalt.
Grondsoort die bestaat uit niet vergane plantenresten.

Slide 43 - Sleepvraag

Bekijk het plaatje hiernaast. Welk rijtje is juist?
A
1 = gemaal, 2 = polder, 3 = zee, 4 = dijk
B
1 = zee, 2 = gemaal, 3 = dijk, 4 = polder
C
1 = dijk, 2 = polder, 3 = zee, 4 = gemaal
D
1 = polder, 2 = dijk, 3 = zee, 4 = gemaal

Slide 44 - Quizvraag

Welke woorden ontbreken in de volgende zin?
Polder is en stuk land omringd door ...... waarbinnen de waterstand door ....... geregeld wordt
A
terpen mensen
B
dijken natuur
C
dijken mensen
D
duinen natuur

Slide 45 - Quizvraag

Hoe heten elektrische pompen waarmee tegenwoordig het waterniveau in de polders wordt geregeld?
A
Gedalen
B
Gemaken
C
Gebalen
D
Gemalen

Slide 46 - Quizvraag

Hoeveel % zou onder water staan als NL geen dijken & duinen zou hebben?
A
24%
B
52%
C
66%
D
72%

Slide 47 - Quizvraag

Zaltbommel ligt in
A
Hoog Nederland
B
Klein Nederland
C
Groot Nederland
D
Laag Nederland

Slide 48 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?
A
Heuvel
B
Terp
C
Dijk
D
Duin

Slide 49 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?
A
Heuvel
B
Terp
C
Dijk
D
Duin

Slide 50 - Quizvraag

Waar komen zwerfkeien vandaan?
A
Uit Intratuin
B
Uit Scandinavië
C
Uit Spanje
D
Uit Ardennen

Slide 51 - Quizvraag