4e kw Hw3.2.4 Les 2

Hardware 3

  • In de computer.
  • Aansluit poorten.
  • Aansluitmateriaal.
  • Aansluiten randapparatuur.
  • Quiz.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICT MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hardware 3

  • In de computer.
  • Aansluit poorten.
  • Aansluitmateriaal.
  • Aansluiten randapparatuur.
  • Quiz.

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk: Invoer, Verwerking, Uitvoer en Opslag

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk: Poorten 1

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk: Poorten 2

Slide 4 - Tekstslide

De werking van een computer

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van de les kan je omschrijven hoe een computer globaal werkt en welk component waar verantwoordelijk voor is.

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling: Wat hoort niet tot randapparatuur?
timer
1:00
A
Extern geheugen
B
Monitor
C
Intern geheugen
D
CD-rom speler

Slide 7 - Quizvraag

Je speelt een racespel op de computer....
De processor moet dan....
  • ...uitrekenen waar de puntjes op het scherm geplaats moeten worden
  • ...alles opnieuw berekenen als je naar rechts stuurt
  • ...tegelijkertij berekenen waar de andere auto's rijden
  • ...tegelijkertijd de juiste geluiden weergeven
  • ...de auto anders laten reageren als deze schade heeft opgelopen

Slide 8 - Tekstslide

Verwerking van de invoer
Voor het verwerken van de invoer uit het voorbeeld met het racespel moet minstens het volgende nodig zijn:
  • een programma, met opdrachten die de computer moet uitvoeren

  • een processor, om de opdrachten uit te voeren

  • geheugen, om het programma en de gegevens tijdens de verwerking tijdelijk in op te slaan

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Met welke getallen rekent een processor ook al weer?
reeksen van enen en nullen!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Central Processing Unit (CPU)
De processor is het hart van de computer. Het verwerkt instructies die het krijgt van programma's en slaat dit vervolgens op in het interne geheugen (RAM) van de computer.

Slide 13 - Tekstslide

Random Access Memory (RAM)
Het RAM geheugen is het interne geheugen van de computer waar tijdelijke gegevens en instructies in worden opgeslagen.
RAM heeft twee kenmerken:
  • De gegevens in het RAM veranderen doorlopend

  • De gegevens in het RAM gaan verloren als de computer wordt uitgezet

Slide 14 - Tekstslide

Waarom kan een CPU niet zonder RAM geheugen?
Zonder RAM geheugen kan de CPU geen instructies inladen en gegevens of instructies opslaan.

Slide 15 - Tekstslide

Moederbord
Moederbord
De processor en het RAM "praten" met elkaar met behulp van het moederbord. Het moederbord is een grote printplaat met allemaal chips en leidingen en aansluitpunten.
Klik op de afbeelding voor een vergroting en uitleg wat welk onderdeel is

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Computerconfiguratie
Selecteer de juiste waarde.
HDMI
A
Randapparatuur
B
Video-poort
C
Netwerkpoort
D
Extern geheugen

Slide 18 - Quizvraag

Computerconfiguratie
Selecteer de juiste waarde.
Ethernetpoort
A
Randapparatuur
B
Gigahertz
C
Netwerkpoort
D
Extern geheugen

Slide 19 - Quizvraag

Computerconfiguratie
Selecteer de juiste waarde.
Harde schijf
A
Randapparatuur
B
Gigahertz
C
Intern geheugen
D
Extern geheugen

Slide 20 - Quizvraag

Computerconfiguratie
Selecteer de juiste waarde.
USB
A
Randapparatuur
B
AMD
C
Intern geheugen
D
Geluidskaart

Slide 21 - Quizvraag

Computerconfiguratie
Selecteer de juiste waarde.
Voeding
A
Grootste onderdeel
B
AMD
C
Batterij
D
Case

Slide 22 - Quizvraag