Oefentoets gramm H 1,2,3,4

Oefentoets gramm H 1,2,3,4
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets gramm H 1,2,3,4

Slide 1 - Tekstslide

ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
haben
sein
bist
sind
habt
habe
bin
haben
sind
hat
hast
seid
ist
haben

Slide 2 - Sleepvraag

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord.
ik
jij
hij
zij
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie
Sie
sie

Slide 3 - Sleepvraag

3a Grammatik: Ergänze das Verb haben in der richtigen Form (10 pt)

Slide 4 - Tekstslide

Wir ..... Brüder. (hebben)

Slide 5 - Open vraag

Du ..... viel zu tun. (hebben)

Slide 6 - Open vraag

Wer ...... das gemacht? (hebben)

Slide 7 - Open vraag


3b Ergänze das Verb sein in der richtigen Form

Slide 8 - Tekstslide

Ich ..... groß. (zijn)

Slide 9 - Open vraag

Leonie und Lorenzo ...... nicht anwesend. (zijn)

Slide 10 - Open vraag

4a Grammatik : Übersetze ins Deutsche (8 pt) 

Slide 11 - Tekstslide

(heeft u) Geld dabei?

Slide 12 - Open vraag

(het is) warm.

Slide 13 - Open vraag

Verbind de bepaalde lidwoorden met het juiste geslacht

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

der
die
das

Slide 14 - Sleepvraag

3 Grammatik A [6 Punkte]
Ergänze den Artikel. Wähle aus:
der – die – das.

Slide 15 - Tekstslide

..... Schwester

Slide 16 - Open vraag

..... Adresse

Slide 17 - Open vraag

..... Theater

Slide 18 - Open vraag

..... Vater

Slide 19 - Open vraag

Welk geslacht hebben de woorden? Sleep ze naar het juiste geslacht.
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
Buch
Freundin
Baby
Eltern
Kinder
König
Computer
Blume
Gast
Handy
Mutter
Junge
Kleider
Zeitung

Slide 20 - Sleepvraag

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord.
ik
jij
hij
zij
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie
Sie
sie

Slide 21 - Sleepvraag

Het zwakke werkwoord: feESTTENTEN
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + en
stam + t
stam + e
stam + st
stam + t
stam + en

Slide 22 - Sleepvraag

3 Grammatik A [8 Punkte]
Ergänze die Verben im Präsens (tegenwoordige tijd).

Slide 23 - Tekstslide

du ..... (spielen)

Slide 24 - Open vraag

er ..... (wünschen)

Slide 25 - Open vraag

wir ..... (arbeiten)

Slide 26 - Open vraag

der Junge ..... (machen)

Slide 27 - Open vraag

4 Grammatik B [8 Punkte]
Ergänze das Partizip (voltooid deelwoord).

Slide 28 - Tekstslide

spielen

Slide 29 - Open vraag

machen

Slide 30 - Open vraag

Hoe ging deze oefentoets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll