4 havo - week 4 les 2 - grammaire A

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

1. Login op Lessonup 

Bienvenue au cours de français!

Sur la table:

Ton livre A

Ta trousse

Ton cahier

Zakkie avec ton téléphone dedans

Connectez-vous sur LessonUp!

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

      Leerdoelen

1. Aan het eind van deze les kan ik het bijwoord (adverbe) herkennen, toepassen in context en uitleggen hoe je dit in het Frans maakt.
   
2. Ik kan een feest beschrijven.
3. Ik kan belangrijke en feitelijke (hoofd)informatie in een gesproken fragment begrijpen.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Terugblik

\

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Transforme l'adjectif à un adverbe.

bon, mauvais, facile, actif, gentil, furieux, tranquille

Mets les lettres dans le bon ordre et ajoute la bonne image pour créer l'adverbe.

T

E

V

I

P

S

E

T

M

T

E

N

E

M

L

G

O

N

L

N

T

E

Zij loopt langzaam naar school.

Wij hebben goed gewerkt.

De dag is feestelijk begonnen.

Ik heb mijn cadeau direct aan haar gegeven.

Ik ben snel naar school gegaan.

L'adverbe

Cherche les adverbes dans le texte suivant. Il y en a 12.

Charlotte était sagement assise sur une chaise et mangeait 

tranquillement une glace. Elle venait de commencer à manger depuis seulement deux minutes et trouvait sa glace réellement très bonne. Elle savourait vraiment sa glace.

Ainsi, Charlotte ne vit l’araignée qui descendait lentement 

derrière elle que trop tard. L’araignée descendait apparemment le long 

d'un fil.Au début, Charlotte eut énormément peur et elle réagit 

confusément. Mais ensuite elle vit que l’araignée se conduisait bien et 

qu’elle ne lui ferait certainement pas de mal.

Elle décida donc de réagir gentiment et de ne pas chasser l’araignée. 

Finalement Charlotte continua de manger sa glace et 

l’araignée de descendre le long du fil.

 

Cherche les adverbes dans le texte suivant. Il y en a 12.

Charlotte était sagement assise sur une chaise et mangeait 

tranquillement une glace. Elle venait de commencer à manger depuis seulement deux minutes et trouvait sa glace réellement très bonne. Elle savourait vraiment sa glace.

Ainsi, Charlotte ne vit l’araignée qui descendait lentement 

derrière elle que trop tard. L’araignée descendait apparemment le long 

d'un fil.Au début, Charlotte eut énormément peur et elle réagit 

confusément. Mais ensuite elle vit que l’araignée se conduisait bien et 

qu’elle ne lui ferait certainement pas de mal.

Elle décida donc de réagir gentiment et de ne pas chasser l’araignée. 

Finalement Charlotte continua de manger sa glace et 

l’araignée de descendre le long du fil.

 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

L'adverbe

Cherche les adverbes dans le texte suivant. Il y en a 12.

Charlotte était sagement assise sur une chaise et mangeait 

tranquillement une glace. Elle venait de commencer à manger depuis seulement deux minutes et trouvait sa glace réellement très bonne. Elle savourait vraiment sa glace.

Ainsi, Charlotte ne vit l’araignée qui descendait lentement 

derrière elle que trop tard. L’araignée descendait apparemment le long 

d'un fil. Au début, Charlotte eut énormément peur et elle réagit 

confusément. Mais ensuite elle vit que l’araignée se conduisait bien et 

qu’elle ne lui ferait certainement pas de mal.

Elle décida donc de réagir gentiment et de ne pas chasser l’araignée. 

Finalement Charlotte continua de manger sa glace et 

l’araignée de descendre le long du fil.

 

L'adverbe

1. een werkwoord                                          bien chanté

2. een bijvoeglijk naamwoord                   absolument française

3. een zelfstandig naamwoord                  il est malheureux

4. een hele zin                                               actuellement, de hele zin

5. een bijvoeglijk naamwoord                   complètement gratuits

ex. 9a

L'adverbe

ex. 9b & c

1. facile            X                         facilement

2. exact           exacte               exactement

3. poli               X                        poliment

4. absolu         X                        absolument

5. grave            X                        gravement

6. définitif        définitive         définitivement

7. courageux  courageuse     courageusement

8. certain         certaine           certainement

L'adverbe

Décrire une fête

Rôle A	Rôle B
- De quelle fête vas-tu parler? - Cette fête est à quelle date? - Qu'est-ce qui se passe ce jour là?	– Je vais parler de la Fête Nationale. – Cette fête a lieu le 14 juillet. – Ce jour là, il y a des feux d’artifice et les bals de pompiers. Sur les Champs Élysées, on peut voir le défilé militaire.

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Décrire une fête

Rôle A	Rôle B
- De quelle fête vas-tu parler? - Cette fête est à quelle date? - Qu'est-ce qui se passe ce jour là?	- ... - ... - ...

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Décrire une fête

Rôle A	Rôle B
- De quelle fête vas-tu parler? - Cette fête est à quelle date? - Qu'est-ce qui se passe ce jour là?	– Je vais parler de la Fête du Travail. – Cette fête a lieu le premier mai. – C’est un jour férié. Ce jour là, on se donne du muguet et il y a des manifestations.

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Aan het werk

Apprends vocabulaire A sur quizlet (le lien est sur Teams).

Individuellement

Aide: livre A page 82

Tu as fini? Fais le test

10 minutes

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Cito kijk- & luisteren

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Au travail

Kies uit elke kolom één opdracht op basis van de emoji.

L'adverbe

Lire

Vocabulaire

Is echt moeilijk, juf!

Bekijk de tekst op p.50 in jouw werkboek.

Onderstreep of markeer de woorden die jij nog niet kent.

Zoek per alinea van vijf woorden die jij nog niet kent de vertaling op.

Kan ik een beetje

Bekijk de tekst op p.50 in jouw werkboek.

Geef antwoord op ex. 5c en 5e.

Gaat goed

Bekijk de tekst op p.50 in jouw werkboek.

Geef antwoord op ex. 5d.

Moet ik nog leren

Leer de woordjes van A met deze Quizlet of uit jouw boek. 

Ik kan ze herkennen

Leer de woordjes van A met deze Quizlet.

Ken ik al goed

Oefen uit jouw leeroverzicht met de woordjes die jij nog moeilijk vindt. 

Maak hiermee drie zinnen.

Was echt moeilijk, juf!

Bekijk eerst de uitleg van het bijwoord in dit filmpje. 

Oefen daarna met dit spelletje.

Ik denk dat ik dit wel kan!

Bekijk eerst de uitleg van het bijwoord in dit filmpje.

Oefen daarna met dit spelletje.

Ik ben een pro, juf!

Oefen eerst met het bijwoord met dit spelletje. 

Ga daarna verder met dit spelletje, waar je moet kiezen tussen bijvoegelijknaamwoord of bijwoord in de zin. 

Décrire une fête

1. Décrire une fête (ch2 parler A: ex 13)

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Afsluiting

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

    Begrippen uit deze les