2.2: A/An

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

What have you learned last lesson?
timer
1:00

Slide 2 - Open vraag

Welke lidwoorden hebben we in het Nederlands?
A
Mijn en zijn
B
Ik, jij en wij
C
De, het en een
D
Van hem, van haar

Slide 3 - Quizvraag

Welke lidwoorden hebben we in het Engels?
A
Them & their
B
A & an

Slide 4 - Quizvraag

Uitleg
In het Engels kennen we twee lidwoorden die verschillen per woord waar het bij hoort: a en an.

Als het woord erachter begint met een klinker (a,e,i,o,u), gebruik je 'an'. Bijv.: an apple, an astronaut. 

Slide 5 - Tekstslide

Als het woord begint met een medeklinker (alle andere letters), gebruik je 'a'. 

Bijv.: a car, a game.

Slide 6 - Tekstslide

Er zijn natuurlijk ook uitzonderingen!
Want... let op: 

Je moet luisteren naar hoe de eerste letter wordt uitgesproken!

Bijv.: an Xbox, an hour, a uniform. 

Slide 7 - Tekstslide

Let's practice!
Onthoud: bij a,e,i,o,u gebruik je 'an', dus an apple. 
Bij alle andere letters gebruik je 'a'. 

Let op hoe de letter klinkt!

Slide 8 - Tekstslide

Let's practice!
Klik op de link en maak de vijf oefeningen. https://allesvoorengels.nl/grammatica/a-an/

Klaar? Ga naar paragraaf 2 en maak de 'test jezelf'. 

Slide 10 - Tekstslide

Lidwoord: a/an/the
een:         a / an
de / het: the

een tafel:   a table          een ei - an egg
de tafel:     the table       het ei - the egg



 

Slide 11 - Tekstslide

       Lidwoord a/an:
a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:

a pet                  a teacher         a bycicle
a car                  a door               a room
 

Slide 12 - Tekstslide

Lidwoord a/an
an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker:

an ear            an investigation         an officer
an apple            an Englishman          an answer
 

Slide 13 - Tekstslide

       Let op!
De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je hemt hoort.

Soms schrijf je een -h maar hoor je hem niet -> dan gebruik je an.

Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of -h -> dan gebruik je a.


 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden:
(je schrijft de medeklinker wel maar hoort hem niet)

an hour  (je hoort our)                     = een uur
an honor (je hoort onour)               = de eer
a university (je hoort juniversity) = de universiteit
a uniform (je hoort juniform)       = het uniform
a European (je hoort jeuropean)   = de Europeaan

Slide 16 - Tekstslide

a of an?
..... dog
A
a
B
an

Slide 17 - Quizvraag

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 18 - Quizvraag

a of an?
.... artwork
A
a
B
an

Slide 19 - Quizvraag

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 20 - Quizvraag

a of an?
.... apple
A
a
B
an

Slide 21 - Quizvraag

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 22 - Quizvraag

Getallen 
hoofdtelwoorden
 rangtelwoorden

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn hoofdtelwoorden?

Slide 24 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een rangtelwoord

Slide 25 - Open vraag

Let goed op de spelling!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Welk hoofdtelwoord is juist gespeld?
A
Thirteen
B
Thirtheenth
C
Thirtheen
D
Fourtien

Slide 28 - Quizvraag

Cardinal Numbers
1 - one
2 - two
3 - three
11 - eleven
16 - sixteen
20 - twenty
22 - twenty-two
30 - thirty

Ordinal Numbers
1st - first
2nd - second
3rd - third
11th - eleventh
16th - sixteenth
20th - twentieth
22nd - twenty-second
30th - thirtieth

Slide 29 - Tekstslide

Ordinal Numbers: rangtelwoorden

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide