H.2 Bevruchting

H.2 Bevruchting
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

H.2 Bevruchting

Slide 1 - Tekstslide

Dit spreken we met elkaar af
  • Je bent op tijd in de les (5 min. regel)
  • Je hebt de reader en een pen mee
  • Mobiel gebruik je alleen als de docent toestemming geeft
  • Niet eten in het klaslokaal en alleen fles met dop
  • Geen jas, pet, muts, oortjes (alleen als docent toestemming geeft)
  • We gaan respectvol met elkaar om en werken samen

Slide 2 - Tekstslide

Check In
Verzin een zin bij dit plaatje

Slide 3 - Tekstslide

Even terugkijken

Slide 4 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerken ontstaan in de puberteit
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Borstontwikkeling is een secundair geslachtskenmerk
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Sperma bestaat alleen uit zaadcellen
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Je bent een week vruchtbaar
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Eicellen leven langer dan zaadcellen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Ovulatie is een ander woord voor eisprong
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

H2: Lesdoelen
Aan het einde van de les....
1. Kan ik benoemen hoe een bevruchting van een eicel tot stand komt.
2. Kan ik benoemen hoe de bevruchting kan leiden tot een eeneiige of twee-eiige tweeling.
3. kan ik benoemen wat een placenta is en wat de functie van de placenta is.


Slide 11 - Tekstslide

2.1 Bevruchting
  • Wat is er nodig voor een bevruchting? 
  • Hoe vindt de bevruchting plaats?
  • Waar vindt de bevruchting plaats? 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Bevruchting

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wel bevruchting...
  • Slijmvlies baarmoeder bereid zich
    voor  op opvangen van de bevruchte
    eicel.
  • Slijmvlies wordt dikker en beter
    doorbloed
    zodat de bevruchte eicel
    zich goed kan innestelen in het baarmoederslijmvlies.
  • Dit baarmoederslijmvlies zit in de wand van de baarmoeder. 

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 11: Bevruchting
Beschrijf in stapjes hoe de bevruchting van de eicel plaatsvindt.
1..……………………………………………………………………………………………
2..…………………………………………………………………………………………………………………………………
3..……………………………………………………………………………………………………………………………………
4..……………………………………………………………………………………………………………………………………
5..……………………………………………………………………………………………………………………………………
6………………………………………………………………………………………………………………………………………

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 11: Bevruchting
Beschrijf in stapjes hoe de bevruchting van de eicel plaatsvindt.
1..……………………………………………………………………………………………..........................................
2..…………………………………………………………………………………………………………………………………..
3..……………………………………………………………………………………………………………………………………
4..……………………………………………………………………………………………………………………………………
5..……………………………………………………………………………………………………………………………………
6………………………………………………………………………………………………………………………………………

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 12 en 13
Opdracht 12: Bevruchting
Geslachtscellen hebben maar de helft van het aantal chromosomen van normale lichaamscellen. Omcirkel het goede antwoord.
Juist / onjuist
Opdracht 13: Bevruchting
De bevruchting vindt plaats in de eierstokken van de vrouw. Omcirkel het goede antwoord.
 Juist / onjuist


Slide 23 - Tekstslide

2.2 Van bevruchting naar baby

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Maken opdracht 14 + 15
Opdracht 14: Bevruchting
Een eicel kan maar door 1 zaadcel bevrucht worden. Omcirkel het goede antwoord.
 Juist / onjuist


Opdracht 15: Tweeling
Wat is het verschil tussen een eeneiige en een twee-eiige tweeling?
.............................................................................................................................................


Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide




Vruchtzak met vruchtwater

Slide 33 - Tekstslide

Maken opdracht 16
Wat zijn de twee functies van de placenta? 
Geef bij beide functies een voorbeeld

1.…………………………………………… +  ………………………………………………
2.…………………………………………… + ………………………………………………

Slide 34 - Tekstslide

Terugkijken naar de lesdoelen
Aan het einde van de les....
1. Kan ik benoemen hoe een bevruchting van een eicel tot stand komt.
2. Kan ik benoemen hoe de bevruchting kan leiden tot een eeneiige of twee-eiige tweeling.
3. kan ik benoemen wat een placenta is en wat de functie van de placenta is.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Volgende week

Slide 37 - Tekstslide