WIL - examenvoorbereiding

WIL - examenvoorbereiding
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecondary Education

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

WIL - examenvoorbereiding

Slide 1 - Tekstslide

feedback A-TEST poëzie

Slide 2 - Tekstslide

Welk woordpaar is een assonantie?
A
nijd -strijd
B
Nijl - strijd
C
stroef - strijd
D
westrijd - strijd

Slide 3 - Quizvraag

Wat is gebroken rijm
A
AABB -CCDE
B
AABB - ABAB
C
ABAB -ABAC

Slide 4 - Quizvraag

Welke trucjes gebruikt de dichter om het ritme te behouden? (Er zijn er twee)
A
elisie
B
rijm
C
pleonasme
D
enjambement

Slide 5 - Quizvraag

Wat is GEEN stijlfiguur?
A
tautologie
B
enumeratie
C
metafoor
D
paradox

Slide 6 - Quizvraag

WIL - intro

Slide 7 - Tekstslide

"O Ik sta borg voor u", fluistert hij [Nijdig Baardje] "borg..... Als ze op de Elisabethlaan doorhebben wat gij hebt geflikt... dan komen ze mij ook halen. Snapt ge dat? Dan staan de leren frakken bij ons beiden en dan zetten ze ons zonder pardon tegen de muur, of uw tante nu de Gregor vogelt of niet."" (p. 296) 

Slide 8 - Tekstslide


“Stel nu dat gij inderdaad bij ons aan dat tafeltje zit, zoals ik het heb beschreven. Ge zit samen met ons in het hol van de leeuw, omgeven door Duitsers en mensen die het liefst Duitser zouden willen zijn, liever gisteren dan morgen. Zoudt gij Yvette verhinderen om te dansen met een SS´er?” (p. 88)

Slide 9 - Tekstslide

“(…) hen veel verder dan oostwaarts dan Limburg lieten afvoeren, naar plekken waar dag en nacht lijk na lijk het vuur in ging en schoorstenen walmden. Nee, die details kenden we op dat moment niet. Maar dat de Israëlieten en anderen werden afgevoerd naar plekken waar ze de kans zouden krijgen om met het zweet van hun arbeid een plek te verdienen in het rijk geloofde niemand van ons.”

Slide 10 - Tekstslide

HISTORISCHE ROMANS moeten vooral historisch correct zijn, en ons de juiste informatie geven over belangrijke historische gebeurtenissen. Ze moeten ons nieuwe dingen leren.
helemaal akkoord
akkoord
ik weet het niet
niet akkoord
helemaal niet akkoord

Slide 11 - Poll

Geldt dit voor WIL?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

HISTORISCHE ROMANS moeten vooral de geschiedenis een menselijk gezicht geven. Ze moeten ons niet zozeer de geschiedenis leren, maar de geschiedenis laten “beleven”.
helemaal akkoord
akkoord
ik weet het niet
niet akkoord
helemaal niet akkoord

Slide 13 - Poll

Geldt dit voor WIL?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

HISTORISCHE ROMANS moeten de historische werkelijkheid gebruiken om universeel menselijke thema´s aan te snijden, zoals morele dualiteit, schuld, liefde, angst,…
helemaal akkoord
akkoord
ik weet het niet
niet akkoord
helemaal niet akkoord

Slide 15 - Poll

Geldt dit voor WIL?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Oorlog

't Was oorlog. We zaten gewoon in de klas.
Je was bang... voor een vak waar je slecht in was.
Je was bang... voor een beurt, zo ineens voor het bord.
Niet bang voor de oorlog, maar voor je rapport


De Duitse soldaten marcheerden maar an.
De Duitse soldaten, wat zongen die dan?
‘Er bloeit een wit bloempje daarginds op de hei.’
Of: ‘In de maand mei is de winter voorbij.’


We vonden het mooi, zo’n soldatenlied.
Het kwaad dat ze deden, dat kenden we niet.
Soms was er doodsangst, door het gerucht
van vliegtuigen, met mooi weer in de lucht.

Mooi weer, dat betekende levensgevaar.
In een kelder zaten we dicht bij elkaar.
En de buurman speelde zo dapper voor spook
en we moesten er nog wel om lachen ook.


We hadden na een bombardement
nieuw speelterrein, met gras en cement.
Daar speelde je dat je gesneuveld was,
dan lag je een tijdje dood in het gras


Je maakte een voetbal of ook wel een bom
van proppen papier, elastiekje erom.
Het leven ging meestal gewoon maar zijn gang.
Soms was je toch bang. Soms ben ik nog bang.


Willem Wilmink (1981)

Slide 18 - Tekstslide

KIES één van de drie gedichten & analyseer
  1. Wie zijn we morgen (Bab Gons)
  2. Verzet (Remco Campert)
  3. Oorlog (Rutger Kopland)

Slide 19 - Tekstslide

  • Hoe zijn de strofes opgebouwd?
  • Hoe gaat de dichter om met rijm ? Geef het rijmschema - voorbeelden van halfrijm -....! 
  • Is het gedicht ritmisch? Hoe probeert de dichter het ritme te behouden!
  • Geef voorbeelden van beeldspraak! en benoem om welke soort het gaat!
  • Geef voorbeelden van stijlfiguren! En benoem om welke soort het gaat!
  • INHOUD: leg uit in eigen woorden waar dit gedicht over gaat!
  • Hoe kan je dit linken aan WIL? (Aan welk personage - thema - fragment -...)?
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide