Cap 1 - les 7+8

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Starter - escribe en tu cuaderno
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Think 
Pair 
Share

Slide 3 - Tekstslide

Programa para hoy
1. kennis ophalen IMPERATIVO
2. controlar + corregir deberes - ¿preguntas? 29, 30, 31
3. preguntar direcciones => IMPERATIVO
4. frases clave - fuente K
5. deberes 18, 19, 22



Slide 4 - Tekstslide

Ik heb de stof van vorige week goed begrepen
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Welke kenmerken horen bij de gebiedende wijs...
A
beschrijft, bijvoorbeeld het weer of de sfeer.
B
drukt een bevel, verzoek of verbod uit
C
Het gaat om dingen die vaker gebeurden
D
wanneer je opdrachten of aanwijzingen geeft

Slide 6 - Quizvraag

Diseña un proyecto interesante
Tú of usted?
A
B
usted

Slide 7 - Quizvraag

Compare los precios por favor
Tú of usted?
A
B
usted

Slide 8 - Quizvraag

¡Da una vuelta ahora!
Tú of usted?
A
B
usted

Slide 9 - Quizvraag

NO (tú, downloaden)______ archivos de fuentes desconcidos
A
descargues
B
descarga
C
descargas
D
baja

Slide 10 - Quizvraag

NO (usted, doorkruisen)______ toda la ciudad por la noche
A
recorre
B
recorra
C
recorres
D
baje

Slide 11 - Quizvraag

(Tú, opstappen)_____ al autobús ya
A
suba
B
subes
C
sube
D
subas

Slide 12 - Quizvraag

No(tú, bereiden)_______ la comida esta noche.
A
preparas
B
prepares
C
compra
D
compre

Slide 13 - Quizvraag

Lees de volgende zinnen en kies de juiste werkwoordstijden
Imperativo
Presente perfecto
Presente
Alex come muchos chocolates
Marc ha roto su móvil.   
Empezad a hablar
Estoy en mi colegio, se llama Wolfert Tweetalig. 
¡Isan abre la puerta!
¿Habéis ido a Valencia?
No comas con la boca llena

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe maak je de gebiedende wijs?
Als je de gebiedende wijs “bevestigend” gebruikt, dan gebruik je de volgende vormen:

Slide 15 - Tekstslide

Hoe maak je de gebiedende wijs?
Als je de gebiedende wijs ONTKENNEND gebruikt, dan gebruik je de volgende vormen:

Slide 16 - Tekstslide

Ejercicio 
Zet de infinitivos (bv. girar) in de imperativo 

=> (Zowel in de tú - als de usted vorm)

Slide 17 - Tekstslide

Dar direcciones a un estudiante hispanohablante -
EL IMPERATIVO
Contexto: Intercambio con estudiantes 
hispanohablantes. Ellos vienen a Holanda, a 
conocerles, al Wolfert y a  Rotterdam.

¿Cómo llegan a tu casa?
Describe la ruta que tienen que
tomar. Llegan en avión a Schiphol.
¿Cómo llegan desde Schiphol a tu casa con 
el transporte público? => Usa el imperativo

Escribe un mínimo de 6 frases, con un
mínimo de 5 palabras en cada frase.

Ayuda: el libro (fuente J, fuente K) 
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Programa para hoy
1. Anuncio
2. La tarea 'Direcciones'
3. frases clave - fuente K
4. deberes 18, 19, 22



Slide 20 - Tekstslide

Toetsweek - Prueba capítulo 1 
nn





Luistervaardigheid in week van 7 oktober tijdens de les

Slide 21 - Tekstslide

Dar direcciones a un estudiante hispanohablante -
EL IMPERATIVO
Contexto: Intercambio con estudiantes 
hispanohablantes. Ellos vienen a Holanda, a 
conocerles, al Wolfert y a  Rotterdam.

¿Cómo llegan a tu casa?
Describe la ruta que tienen que
tomar. Llegan en avión a Schiphol.
¿Cómo llegan desde Schiphol a tu casa con 
el transporte público? => Usa el imperativo

Escribe un mínimo de 6 frases, con un
mínimo de 5 palabras en cada frase.

Ayuda: el libro (fuente J, fuente K) 
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Vocabulario - la ruta

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

Traduce las frases, usando SÓLO las frases clave

PP:
1. Hoe kunnen we naar de toeristeninformatie gaan?
2. Weet jij waar het busstation is?
3. Is het dichtbij?
4. Welke bus moeten we nemen?
5. Welke halte moeten we uitstappen?

PC:
1. Jullie moeten de bus nemen
2. Ja, sla hier linksaf en dan de eerste straat 
rechts. Daar is het.
3. Ja, ik denk 4 minuten te voet.
4. Eerst, neem lijn 13, stap uit bij de tweede halte 
'Barceloneta', en neem lijn 4.
5. Stap uit bij de halte 'Plaza Catalunya'.















Klaar? begin aan ejercicio 33
timer
12:00

Slide 25 - Tekstslide

=>
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Deberes

  • hacer ejercicio 18b (uitschrijven in je schrift)
  • hacer ejercicios 19,22
  • estudiar fuente K frases clave
  • quizlet/studygo 1.1 t/m 1.4

Slide 27 - Tekstslide

¿Adónde va la profesora? 
Escucha las instrucciones

Slide 28 - Tekstslide