3.1 verspreiding van de islam

3.4 De verspreiding van de islam
Kenmerkend aspect: 
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.4 De verspreiding van de islam
Kenmerkend aspect: 
Het ontstaan en de verspreiding van de islam

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Je kunt een aantal kenmerken noemen van de islam 
  • Je kunt een aantal kenmerken geven van de snelle verspreiding van de islam

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan islam
  • In 610 krijgt Mohammed een openbaring van Allah
  • Koran:  woorden van Allah, Mohammed zijn profeet
  • 622  vlucht Mohammed uit Mekka Hedsjra: begin islamitische jaartelling
  • 632 sterft Mohammed, islam belangrijkste godsdienst op Arabische schiereiland

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel goden of één god? 
  • In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
  • In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen
  • Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
  • Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
  • Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mohammed 
  • Mohammed was een handelaar uit Mekka. 
  • In een droom, een visoen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
  • Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren. 
  • De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van Mekka naar Medina
Jaartal: 622

  • Mohammed vlucht naar Medina
  • Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
  • In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
  • Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers. 
  • Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terug naar Mekka
Jaartal: 630

  • Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
  • Er werd gevochten en Mohammed won. 
  • Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim. 
  • Mohammed beval dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Religieuze verdeeldheid
  • Omstreden opvolging van Mohammed zorgt al snel voor een scheuring in de islam die tot op de dag van vandaag belangrijk is.

  • Soennisme en sjiisme:
- 90% van de Moslims is Soennitisch
- 10% Sjiitisch 


Slide 10 - Tekstslide

Kalief = opvolger van profeet

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht 
(hadj)
الحجّ

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturele Bloei
Arabieren waren ook tolerant in wetenschap en filosofie.
Ze kopieerden werken van de Grieken, Perzen en Indiërs en deden zelf onderzoek in vele wetenschappen. 

Ze combineerden Grieks-Romeinse bouwvormen met eigen bouwvormen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijking
Overeenkomst met christendom/ jodendom:
  • monotheïstische godsdienst
  • één heilig boek: de Koran
  • zelfde aartsvader: Abraham

Verschillen christendom: 
  • een godsdienst van heersers; niet bestreden, 
  • andere jaartelling 
  • andere betekenis aan Jezus

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Na Mohammeds dood (632) breidden kaliefen (opvolgers) de islamitische staat (kalifaat) uit tot een groot Arabisch rijk door het Perzische rijk en delen van het Byzantijnse rijk te veroveren.

Het begrip jihad is zowel innerlijk als
uiterlijk. Leg uit.

In 650 eindigde de expansie door 
burgeroorlogen binnen het kalifaat


Hoe het Arabische rijk werd uitgebreid.
(heilige strijd) 1. innerlijke strijd om een goed moslim te zijn en de strijd om e islam te verdedigen, 2. verplichting voor moslims om hun godsdienst te verspreiden, zo nodig met geweld

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  1. De Perzische en Byzantijnse rijken waren ernstig verzwakt
  2. Ze waren militair sterk door hun nomadisch bestaan
  3. Ze waren door de islam niet meer verdeeld en streden voor hun geloof
  4. Ze maakten kans op een rijke buit
  5. Ze werden geholpen door de overwonnen volken


Hoe konden de Arabieren hun rijk zo snel uitbreiden?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Onder de Abbasiden stopte de expansie, wel verdere verspreiding islam: o.a. in Afrika en in Indonesië

Vanaf 11e eeuw verovering van Anatolië door Turken:
  • stichting Ottomaanse rijk
  • 1453 verovering van Constantinopel, einde Byzantijnse rijk
Hoe de islam later in andere gebieden werd verspreid.
Mehmed II verovert Constantinopel (1453)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten

  • Herhaling: 1, 3, 5, 8, 10
  • Verdieping: 20, 21, 22

maar eerst: meerkeuze vragen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke volgorde verspreidde de islam zich over de drie gebieden?
A
Noord-Afrika – Arabisch Schiereiland – Spanje
B
Spanje – Noord-Afrika – Arabisch Schiereiland
C
Arabisch Schiereiland – Noord-Afrika – Spanje
D
Noord-Afrika – Spanje – Arabisch Schiereiland.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie zorgde voor de grote verspreiding van de Islam?
A
Mohammed
B
De volgelingen van Mohammed
C
Allah
D
De volgelingen van Jezus Christus

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was er zo speciaal aan de verspreiding van de islam?
A
Het ging vanzelf zonder slag of stoot.
B
Mensen met een monotheïstische godsdienst, werden gedwongen om Islamistisch te worden.
C
De verspreiding van de islam was een Aziatisch en Afrikaanse aangelegenheid.
D
De verspreiding van de islam ging verrassend snel.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was géén reden voor de succesvolle verspreiding van de islam?
A
Andere geloven werden vervolgd
B
De islam bevorderde het saamhorigheidsgevoel
C
Vijandige landen waren verzwakt door slecht bestuur
D
De verharde handelsroutes in het Midden-Oosten

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten

  • Herhaling: 1, 3, 5, 8, 10
  • Verdieping: 20, 21, 22

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies