Borderline

Borderline
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Borderline

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud vandaag
* Wat is borderline?
* Ontstaan van borderline
* Kenmerken van borderline
* Behandelingen voor borderline
* Begeleidingsadviezen
* Quiz 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is Borderline?
Borderline is een persoonlijkheidsstoornis.

Het is een psychische aandoening waarbij iemand te maken heeft met angst, depressiviteit en instabiliteit in zijn/haar leven.

Abrupte veranderingen in gevoelens, stemmingen, relaties, zelfbeeld en gedrag zijn kenmerkend voor deze psychische aandoening.

Slide 4 - Tekstslide

Biologische factoren
De belangrijkste biologische factor is aanleg.
Impulsief gedrag, heftige emoties en stemmingswisselingen kunnen in aanleg aanwezig zijn. Dit heeft te maken met de verwerking van prikkels in de hersenen.

Slide 5 - Tekstslide

Psychische en sociale factoren
Psychische en sociale factoren spelen ook een belangrijke rol bij borderline. Hierbij gaat het vooral om ingrijpende ervaringen en gevoelens van grote onveiligheid in de kindertijd.
Om die reden hebben mensen met borderline vaak moeite om anderen te vertrouwen.

Het gevoel van onveiligheid kan een duidelijk aanwijsbare oorzaak hebben, zoals lichamelijke verwaarlozing, mishandeling, seksueel misbruik of een scheiding van de ouders.

Maar het kan ook minder duidelijk zijn waar het onveilige gevoel vandaan komt, bijvoorbeeld wanneer er sprake was van emotionele verwaarlozing of wanneer een gebeurtenis of persoon onbewust als onveilig ervaren is.

Slide 6 - Tekstslide

Symptomen van Borderline
Borderline kenmerkt zich door instabiliteit en veel abrupte veranderingen in gevoelens, stemmingen, relaties, zelfbeeld en gedrag.
Mensen met borderline kunnen last hebben van meerdere van de volgende klachten:
- Impulsiviteit 
- Stemmingswisselingen
- Zwart-wit denken
- Extreme verlatingsangst
- Opzettelijke zelfbeschadiging (automutilatie)
- Identiteitsproblemen
- Dissociatieve verschijnselen
- Psychotische verschijnselen 

Slide 7 - Tekstslide

Impulsiviteit
Iemand met borderline kan zich halsoverkop in een nieuwe relatie storten of na het lezen van een interessante vacature plotseling van baan veranderen. Dit gebeurt dan zonder goed na te denken over de gevolgen van zo’n beslissing.

Die impulsiviteit kan extreme vormen aannemen. Dat kan tot uiting komen in smijten met geld, overmatig gebruik te maken van alcohol of drugs, eetstoornissen en snel wisselende seksuele contacten. Ook woede-uitbarstingen kunnen erbij horen.
Stemmingswisselingen
De stemming kan gemakkelijk omslaan van somberheid en angst in vrolijk en tevredenheid en andersom.

Iemand met borderline lijkt ‘overgevoelig’ te reageren op gebeurtenissen en uitspraken. Een ogenschijnlijk onschuldige opmerking kan tot een woede-uitbarsting leiden. Korte tijd later gevolgd door een vrolijke bui, alsof er niets is gebeurd.

Slide 8 - Tekstslide

Zwart-wit denken
Bij borderline wordt de wereld opgedeeld in uitersten: zwart en wit, goed en slecht, mooi en lelijk, alles of niets. Er bestaan geen grijstinten. Iemand is of fantastisch leuk of onuitstaanbaar.
 De mening over één en dezelfde persoon kan in korte tijd helemaal omslaan.
Extreme verlatingsangst
Mensen met borderline hebben een grote behoefte aan intieme relaties, maar zijn daar tegelijkertijd bang voor. Ze zijn extreem bang om in de steek gelaten te worden. 

Mensen met borderline leggen vaak makkelijk contacten. Maar hun verwachtingen zijn zo hoog dat niemand eraan kan voldoen.

Alleen zijn vinden ze vaak erg moeilijk. Het kan hen in grote paniek brengen. Ze eisen daarom iemands aandacht en liefde volledig op.

Slide 9 - Tekstslide

Opzettelijke zelfbeschadiging (automutilatie)
Veel mensen met borderline krassen zichzelf met scherpe voorwerpen of branden zich met een sigaret.
Ook gedachten over of pogingen tot zelfdoding komen veel voor.
Identiteitsproblemen
Mensen met borderline hebben meestal weinig zelfvertrouwen en een negatief zelfbeeld.
Ze zijn buitengewoon gevoelig voor opmerkingen die ze als kritiek ervaren.
Ze twijfelen constant over wat ze zullen aanpakken en wat ze met hun leven willen.

Slide 10 - Tekstslide

Dissociatieve verschijnselen
Mensen met borderline kunnen momenten van vervreemding hebben. Dat is een gevoel van ‘er niet echt te zijn’ of een sterk en beangstigend gevoel van innerlijke leegte.
Soms weten ze even echt niet wat ze gedaan hebben of hoe ze ergens zijn gekomen.
Psychotische verschijnselen
Soms krijgen mensen met borderline last van psychotische verschijnselen, zoals in de war of achterdochtig zijn en stemmen horen. Deze verschijnselen kunnen enkele uren of dagen duren.

Slide 11 - Tekstslide

Behandeling van borderline
Iemand met borderline heeft meestal het meeste aan een ambulante of poliklinische behandeling

Ook zijn er verschillende vormen van psychotherapie mogelijk om minder klachten en minder last van de gevolgen te hebben. Een aantal voorbeelden hiervan zijn: cognitieve gedragstherapie, schematherapie en systeemtherapie.

Soms is een tijdelijke opname in een psychiatrisch ziekenhuis noodzakelijk. Bijvoorbeeld wanneer de spanningen te hoog oplopen, de persoon zichzelf ernstig verwondt, gevaarlijk gedrag vertoont of de neiging heeft tot zelfdoding. 
Dit wordt besloten aan de hand van gesprekken met de patiënt, de huisarts, de behandelaar en vaak ook de familie.

Verder zijn medicijnen een belangrijk hulpmiddel, zoals kalmerende middelen, lithium, antipsychotica en antidepressiva. Deze kunnen namelijk de verschijnselen verminderen. 

Slide 12 - Tekstslide

Medicatie bij Borderline stoornis

  • Kalmerings- en slaaptabletten 
  • Antipsychotica
  • Stemmingsregulerende middelen
  • Antidepressiva

Slide 13 - Tekstslide

Adviezen 
-Niet direct vriendschappelijke banden aangaan,
- professionele afstand bewaren
-Klachten serieus nemen, maar niet te uitgebreid op ingaan
-Complimenten geven
-Regels hanteren,
- discussie vermijden
- iedereen op 1 lijn zitten 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Casus

Slide 16 - Tekstslide

vb: Yentl krast 1
Erwin werkt als woonbegeleider beschermd wonen bij een ggz-instelling. Een van de cliënten daar is Yentl. Ze heeft een borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Als Yentl boos of verdrietig is, krast ze met een scherp voorwerp in haar armen, tot bloedens toe. Dan loopt ze weer een tijdje met haar armen in het verband. Het team vindt het tijd om Yentls gedrag te veranderen. Erwin gaat ermee aan de slag. In eerste instantie gaat hij ervan uit dat het krassen in haar armen het probleem is. Maar als hij het probleem met de PES-methode probeert te beschrijven, komt hij erachter dat dit niet werkt. Hij kan de zin ‘Yentl is niet in staat om ...' niet goed afmaken.

Slide 17 - Tekstslide

vb: Yentl krast 2
Erwin realiseert zich dat Yentl door haar borderlinepersoonlijkheidsstoornis en vroege uithuisplaatsing nooit heeft geleerd haar gevoelens adequaat te uiten. Dat is in feite haar probleem. Het feit dat ze in haar armen krast, is dus niet het feitelijke probleem. Samen met Yentl vult Erwin de PES als volgt in:

  • Probleem: Yentl is niet in staat om haar gevoelens adequaat te uiten, vooral als ze boos of verdrietig is.
  • Oorzaak: borderlinestoornis in samenhang met vroege uithuisplaatsing.
  • Symptomen: Yentl krast in haar armen, tot bloedens toe.

Slide 18 - Tekstslide

vb: Yentl krast 3
Erwin bespreekt zijn bevindingen – samen met Yentl — in het multidisciplinair overleg. De psycholoog stelt voor dat zij Yentl cognitieve therapie aanbiedt. Dat is een therapie waarmee borderlinepatiënten goede resultaten kunnen boeken. De therapie is dus gericht op de oorzaak: borderline. Daarnaast spreekt Erwin met het team af dat ze Yentl meer en gerichter aandacht geven als ze merken dat ze boos of verdrietig wordt.

Slide 19 - Tekstslide

QUIZ

Slide 20 - Tekstslide

Clusters: A, B en C
A: paranoïde persoonlijkheidsstoornis 
schizoïde persoonlijkheidsstoornis 
schizotypische persoonlijkheidsstoornis
B: borderline persoonlijkheidsstoornis 
antisociale persoonlijkheidsstoornis 
theatrale persoonlijkheidsstoornis 
narcistische persoonlijkheidsstoornis
C: ontwijkende persoonlijkheidsstoornis  
afhankelijke persoonlijkheidsstoornis  
dwangmatige / obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis

Slide 21 - Tekstslide

Wat voor stoornis is Borderline?
A
Afhankelijkheidsstoornis
B
Persoonlijkheidsstoornis
C
Angststoornis
D
Psychotische stoornis

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel mensen in Nederland hebben borderline?
A
40.000
B
185.000
C
233.000
D
350.000

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn de kenmerken van een borderline persoonlijkheidsstoornis?
A
Snel gevoel van afwijzing, verlatingsangst, heftige emoties, relatie onderhouden is moeilijk
B
Erg impulsief, vlak of gevoelloos, vaak in combi met 1 andere stoornis.
C
Sprake van middelen gebruik en veel wisselende seksuele contacten.

Slide 24 - Quizvraag

iemand met borderline lijdt zelf erg onder de stoornis
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer komen borderline symptomen vaak eerst tot uiting.
A
Tussen 10 en 20 jaar
B
Tussen 15 en 25 jaar
C
Tussen 20 en 30 jaar
D
Tussen 25 en 35 jaar

Slide 26 - Quizvraag

Iemand met een borderline is afwachtend en nuanceert de zaken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Wie mag een psychisch ziektebeeld vaststellen bij een persoon?
A
Huisarts
B
Psycholoog
C
Psychiater
D
Gedragsspecialist

Slide 28 - Quizvraag

Borderline valt onder....
A
Angststoornissen
B
Persoonlijkheidsstoornissen
C
Psychotische stoornissen
D
Stemmingsstoornissen

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van borderline
A
woedeaanvallen
B
geen schuldgevoel
C
stemmingswisselingen
D
verlatingsangst

Slide 30 - Quizvraag

Wat zijn mogelijke oorzaken van borderline
A
Een veilige jeugd
B
zuurstofgebrek bij geboorte
C
drugsgebruik
D
onveilige jeugd

Slide 31 - Quizvraag

Het voornaamste kenmerk van borderline is sterke wisselingen in:
A
stemmingen, gedachten en gedrag
B
wanen, hallucinaties en gedrag
C
groepsgedrag, agressie
D
aandacht vragen en manipuleren

Slide 32 - Quizvraag

Welk specifiek gedrag kenmerkt iemand met borderline
A
Abrupte veranderingen in gevoelens, stemmingen, relatie, zelfbeeld en gedrag
B
Flexibel kunnen reageren op alle eisen van de dag 
C
Kan de eigen impulsen goed beheersen
D
Makkelijk te herkennen gedrag 

Slide 33 - Quizvraag

De oorzaak van Borderline kan zijn?
A
onveilige hechting
B
haat- liefde relatie/hechting
C
genetisch bepaald
D
alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 34 - Quizvraag

Een client met Borderline is instabiel, als het gaat om relaties met anderen, hun zelfbeeld, hun identiteit en hun emoties.
A
dat is niet waar
B
dat is waar

Slide 35 - Quizvraag

Hoe word het gediagnostiseerd?
A
DSM 5 Diagnose
B
DMS 5 Diagnose
C
MSD 5 Diagnose

Slide 36 - Quizvraag

Een cliënt met borderline...
A
Iemand met borderline kan naar een ander toe snel van houding wisselen.
B
Iemand met borderline houdt geen rekening met een ander.
C
Iemand met borderline houdt niet werkelijk van iemand anders.

Slide 37 - Quizvraag

Aandachtspunten bij het verzorgen/begeleiden bij een cliënt met Borderline.
Je ben je als VP/VZ:
A
Betrouwbaar
B
Consequent
C
Geef je je grenzen aan
D
Geef je de client zijn eigen regie

Slide 38 - Quizvraag

Bedankt!!!
Bedankt voor het 
meedoen!!!

Slide 39 - Tekstslide