8.6 Het hormoonstelsel

5.06: Het hormoonstelsel
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.06: Het hormoonstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 3 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 4 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 5 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 6 - Quizvraag

Op welke plek wordt een bewuste reactie verwerkt?
A
Ruggenmerg
B
Grote hersenen
C
Hersenstam
D
Zenuwen

Slide 7 - Quizvraag

Verlopen de impulsen van een reflex via de schakelcellen in de grote hersenen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Tijdens een reflex worden de impulsen via gevoelszenuwcellen naar schakelcellen in je ruggenmerg geleid. De schakelcellen geleiden de impulsen direct door naar de bewegingszenuwcellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Je stoot je teen aan de tafelpoot. Hierdoor trek je jouw voet automatisch terug.
Welke weg leggen de impulsen af om ervoor te zorgen dat je automatisch je voet terugtrekt?
A
De impulsen worden direct naar de hersenen gestuurd.
B
De impulsen worden via schakelcellen naar de hersenen gestuurd.
C
De impulsen worden direct naar de beenspieren gestuurd.
D
De impulsen worden via schakelcellen naar de beenspieren gestuurd.

Slide 10 - Quizvraag

0

Slide 11 - Video

Hormoonstelsel
8.6.1 Je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.
8.6.2 Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans.
8.6.3 Je kunt de werking beschrijven van het hormoon uit de bijnieren.

Slide 12 - Tekstslide

Hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame processen:
  • groei, 
  • ontwikkeling, 
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 13 - Tekstslide

Hormonen
  • Hormoonklieren  maken hormonen
  • Hormonen komen in het bloed
  • Via het bloed komen ze bij alle organen van het lichaam
  • Sommige organen zijn gevoelig voor hormonen, andere niet.

Slide 14 - Tekstslide

Verschil hormoonklier/ verteringsklier
Verteringsklier: 
maakt verteringssap
heeft een afvoerbuis om het verteringssap af te voeren
Hormoonklier:
maakt hormonen
Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 15 - Tekstslide

Het principe van de werking van hormonen :
Hormonen zijn stoffen die de werking van bepaalde organen bepalen

Bijvoorbeeld; hormonen stimuleren de verbranding in cellen (stofwisseling)
Hypofyse
1
Schildklier
2
Bijnieren
3
Alvleesklier
4
Vrouw: Eierstokken
5
Man: teelballen
6
Functie hormoonstelsel
Het hormoonstelsel regelt vooral langzame, langdurige processen.
(Info: Adrenaline is een hormoon dat voor snelle processen zorgt)

Slide 16 - Tekstslide

Hoe werken hormonen?
  • Wat zijn hormonen?
  • Hormonen zijn regelstoffen
  • Hormoonklieren maken deze stoffen
  • Bij signaal (van zenuwcel of ander hormoon) geven de cellen stoffen af aan het bloed



Slide 17 - Tekstslide

Hormonen die je moet kennen:

1 Adrenaline
2 Insuline
3 Glucagon
4 Vrouwelijke geslachtshormonen
5 Mannelijke geslachtshormonen

Slide 18 - Tekstslide

Hormonenklieren die je moet kennen:

  1. Bijnieren  - adrenaline
  2. Eilandjes van Langerhans (in de alvleesklier)  - insuline en glucagon
  3. Teelballen (Thema voortplanting)
  4. Eierstokken (Thema voortplanting)

Slide 19 - Tekstslide

Eierstokken en teelballen
Maken geslachtshormonen. 
De geslachtshormonen zorgen voor de secundaire geslachtskenmerken

Slide 20 - Tekstslide

Eilandjes van langerhans
In de alvleesklier liggen de eilandjes van langerhans. Dit zijn groepjes cellen die hormonen maken. Deze hormonen regelen hoeveel suiker (glucose) er in je bloed zit. Bij gezonde mensen is het aantal glucose in het bloed altijd ongeveer hetzelfde (constant). Dit wordt bloedsuikerspiegel genoemd. Als de eilandjes van Langerhans niet (goed) werken blijft er teveel suiker in het bloed zitten. Deze mensen hebben suikerziekte (diabetes). 

Slide 21 - Tekstslide

Bijnieren
Liggen als kapjes bovenop de nieren. Ze maken het hormoon adrenaline. Deze komt vrij als je schrikt of bang bent of spanning voelt. 
Adrenaline doet je hartslag en ademhaling stijgen en er komt suiker vrij in het bloed. Hierdoor kunnen je spieren nu veel beter werken en kun je veel harder rennen of vechten. 

Slide 22 - Tekstslide

TADAAA
Kan ik in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen?



Ja, makkie
Ja, maar ik moet er wel over nadenken
Nee, ik raak nog erg in de war
Ik snap dit niet goed
Ik snap er helemaal niets van

Slide 23 - Poll

TADAAA
Kan ik de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans?



Ja, makkie
Ja, maar ik moet er wel over nadenken
Nee, ik raak nog erg in de war
Ik snap dit niet goed
Ik snap er helemaal niets van

Slide 24 - Poll

TADAAA
Kan ik de werking beschrijven van het hormoon uit de bijnieren?


Ja, makkie
Ja, maar ik moet er wel over nadenken
Nee, ik raak nog erg in de war
Ik snap dit niet goed
Ik snap er helemaal niets van

Slide 25 - Poll

Aan het werk!
Wat? 8.6 Het hormoonstelsel opdrachten 1 t/m 7.
Waar? In BvJ online



timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

YEAH!!! Een quizje!!

Slide 27 - Tekstslide


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 28 - Quizvraag

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 29 - Quizvraag

Welke hormoonklier is dit?
A
kleine hersenen
B
eilandjes van langerhands
C
hypofyse
D
schildklier

Slide 30 - Quizvraag

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 31 - Quizvraag

Hoe worden hormonen verspreidt?

Slide 32 - Open vraag

HORMOONSTELSEL
ZENUWSTELSEL
snel
langzaam
impulsen
via bloed
kort
langdurig
via zenuwen
hormonen

Slide 33 - Sleepvraag

Welke hormonen horen bij welke klier?
Groeihormoon
Schildklierhormoon
Adrenaline
Insuline
Glucagon
Testosteron
Progesteron
Oestrogeen

Slide 34 - Sleepvraag

Na de geboorte drinkt een baby moedermelk. De hypofyse van de moeder maakt twee hormonen die een rol spelen bij de productie van moedermelk.

In de afbeelding  is een doorsnede van een borst van een zogende moeder weergegeven. Onder andere één melkkliertje is vergroot afgebeeld. In de afbeelding zijn vier delen aangegeven met de letters T, U, V en W.

Slide 35 - Tekstslide

Hormoon 1 uit de hypofyse regelt dat kliercellen in de borst melk produceren.
Welke letter geeft een deel aan waarvan de werking wordt geregeld door hormoon 1?
A
T
B
U
C
V
D
W

Slide 36 - Quizvraag

Cellen van het melkkliertje nemen glucose op uit het bloed in het haarvat.
Waarvoor gebruiken deze cellen glucose?

Slide 37 - Open vraag

Bekijk de afbeelding nog een keer.
Door hormoon 2 uit de hypofyse trekken de spiercellen bij U samen.
Wat gebeurt er als de spiercellen bij U samentrekken?

Slide 38 - Open vraag

Wanneer een baby aan de tepel zuigt, zal de borst melk afgeven. Dit wordt ook wel de toeschietreflex genoemd.
Geef aan of de volgende bewering over de hypofyse en de toeschietreflex juist of onjuist is.

Het afgeven van melk door de moeder is een bewuste reactie.

A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Aan het (huis) werk
bassistof 1 tot en met 6 
Alles behalve de +opdrachten en de practica opdrachten
timer
1:00

Slide 40 - Tekstslide