Een inclusieve samenleving: Diversiteit en gelijkheid

Een inclusieve samenleving: 

Diversiteit en gelijkheid

Wat leer je vandaag?

Je kunt het verschil benoemen tussen normen en waarden.

Je begrijpt het belang van een inclusieve samenleving 

Wat weet je al over diversiteit en gelijkheid in de samenleving?

Wat zijn normen ?

Normen zijn gedragsregels die bepalen wat mensen als juist of onjuist, goed of slecht, acceptabel of onacceptabel gedrag beschouwen. 

Wat zijn waarden?

Waarden zijn de principes en overtuigingen die mensen belangrijk vinden in het leven.

Wat zijn minderheidsgroepen?

Minderheidsgroepen zijn groepen mensen die in de samenleving in de minderheid zijn op basis van kenmerken zoals ras, religie, etniciteit, geslacht of seksuele voorkeur.

Wat is een inclusieve samenleving?

Een inclusieve samenleving is een samenleving waarin alle mensen, ongeacht hun achtergrond, gelijkwaardige rechten en kansen hebben. 

Inclusie betekent:

iedereen erbij hoort en wordt gewaardeerd.

Wat is discriminatie?

Discriminatie is het onrechtmatig behandelen van mensen op basis van kenmerken zoals ras, religie, etniciteit, geslacht of seksuele voorkeur. Ongewenst gedrag omvat handelingen zoals pesten, uitsluiting en beledigingen.

Discriminatie en gelijke rechten 

Discriminatie is iemand ongelijk behandelen, bijvoorbeeld vanwege huidskleur of religie. Aan de hand van een video ontdekken jullie wat wel of geen discriminatie is en waarom gelijke rechten belangrijk zijn.

Discriminatie en gelijke rechten

. Discriminatie is iemand ongelijk behandelen, 

  bijvoorbeeld vanwege huidskleur of religie. 

. Aan de hand van een video ontdekken jullie wat wel of geen 

  discriminatie is en waarom gelijke rechten belangrijk zijn.

Deze slide geeft een korte definitie van wat discriminatie is.

Gediscrimineerd op basis van geloof
0=niet erg, 10 = het ergst

010

Gediscrimineerd op basis van geslacht
0=niet erg, 10 = het ergst

010

Gediscrimineerd op basis van seksualiteit
0=niet erg, 10 = het ergst

010

Gediscrimineerd op basis van opleidingsniveau
0=niet erg, 10 = het ergst

010

Gediscrimineerd op basis van huidskleur
0=niet erg, 10 = het ergst

010

Wat is ongewenst gedrag?

Wat zijn spanningen in groepen?

Spanningen in groepen ontstaan wanneer er sprake is van ongelijke behandeling, vooroordelen of negatieve houdingen ten opzichte van bepaalde groepen. Dit kan leiden tot conflicten en verdeeldheid binnen de samenleving.

Wat betekent sociale ongelijkheid?

Sociale ongelijkheid verwijst naar de ongelijke verdeling van kansen, middelen en privileges in de samenleving. Dit kan leiden tot onrechtvaardigheid en belemmeringen voor bepaalde groepen mensen.

Interactieve activiteit: Case studies

Verdeel de leerlingen in groepen en geef elke groep een case study over een situatie waarin diversiteit, discriminatie of sociale ongelijkheid een rol speelt. Laat de groepen de case studies analyseren en mogelijke oplossingen bedenken.

Inclusieve actieplannen

Vraag de leerlingen om individueel of in groepen actieplannen te maken voor het bevorderen van inclusie en het bestrijden van discriminatie en sociale ongelijkheid. Moedig creatieve en concrete ideeën aan.

Reflectie

Vraag de leerlingen om individueel te reflecteren op wat ze hebben geleerd tijdens de les. Laat ze nadenken over de belangrijkste inzichten en hoe ze deze kunnen toepassen in hun eigen leven en gedrag.

Afsluiting

Herhaal het leerdoel van de les en vraag de leerlingen of ze het hebben bereikt. Bedank de leerlingen voor hun deelname en benadruk het belang van diversiteit, gelijkheid en inclusie in de samenleving.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.