Reflecteren kun je leren

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Ik- boodschap
Ik-boodschap: Vertel de feedback vanuit jezelf. Op die manier verklaar je waarom je op een bepaalde manier reageert. 

Een ik-boodschap is: ‘Ik merk dat ik mij niet goed kan focussen als ik hoor dat jij harde muziek aanzet.’ 

Een jij-boodschap is: ‘Jij zorgt voor te veel geluidsoverlast met die harde muziek.’ Bij een ik-boodschap begrijpt de ander jouw kant van het verhaal sneller en loop je minder risico dat de ander in de verdediging schiet.

 

Slide 4 - Tekstslide

2. Aanwijsbaar-precies
Aanwijsbaar, precies: Zorg dat de feedback betrekking heeft op duidelijk aanwijsbaar gedrag. 

Feedback gaat over wat iemand gedaan heeft en niet over hoe hij is. 

Om het verschil duidelijk te hebben kun je jezelf de volgende vraag stellen: ‘Kan de ander het gedrag of de prestatie veranderen?’

Slide 5 - Tekstslide

3. Concreet
Concreet: Geef de feedback zo concreet mogelijk. 

Baseer de feedback op gedrag dat je zelf gezien of gehoord hebt. Daarnaast is het handig om de woorden ‘nooit’ of ‘altijd’ te voorkomen. Dat is makkelijk te weerleggen en kan snel een discussie veroorzaken. 

Het beste is om precies te beschrijven welk gedrag je gestoord heeft.

Slide 6 - Tekstslide

4. Wacht niet te lang

De ander moet de beschreven situatie herkennen om erop te kunnen reageren

Slide 7 - Tekstslide

5. ruimte voor reactie
Geef de ander de tijd en ruimte om te reageren. 

Dit kan een verklaring geven voor het gedrag of jou anders naar de zaak laten kijken.

Slide 8 - Tekstslide

6. Vraag om het gewenste gedrag
Maak duidelijk wat je van de ander wilt. Zoek hierin samen naar mogelijkheden om het gedrag te veranderen.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht Feedback
Maak 2- tallen

Bespreek allebei een situatie waarin je feedback hebt gegeven.
Wat ging er goed en wat ging er minder goed?


timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

STARR-Reflectie
- Je legt uit waar een goede reflectie uit moet bestaan
- Je herkent succescriteria waar een goede 
reflectie aan moet voldoen
- Je beschrijft de criteria van een STARR-reflectie
- Je oefent met het schrijven van een STARR-reflectie

Slide 11 - Tekstslide

Reflecteren 
kun je leren

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Succescriteria goede reflectie

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Reflecteren
Reflecteren is het terugblikken op je eigen handelen, daarover nadenken en van daaruit nieuwe keuzes maken.

Waarom is reflecteren zo belangrijk?
 Wanneer heb jij wel eens teruggekeken naar een situatie?
Wat en hoe doe je dat dan?

Slide 16 - Tekstslide

STARR- reflectie

Slide 17 - Tekstslide

STARR
situatie

Je beschrijft de context waarin de gebeurtenis plaatsvond. 
Wat gebeurde er? Wie waren erbij betrokken? Waar en wanneer speelde het zich af? 
Beschrijf puur de feiten en omstandigheden, alsof je vertelt wat er in een film te zien was.

Slide 18 - Tekstslide

STARR
taak

Hierbij gaat het om jouw rol in de situatie. 
Wat was jouw opdracht? Wat werd er van je verwacht? Dit kan de taak zijn die je van school of van je stagebegeleider kreeg, maar maak het ook persoonlijk. Vraag je bijvoorbeeld af wat jij wilde bereiken en van jezelf verwachtte.

Slide 19 - Tekstslide

STARR
actie/ aanpak

Vervolgens beschrijf je jouw daadwerkelijke handelingen. 
Wat heb je gedaan? Wat heb je gezegd? Probeer ook te onderbouwen waarom je het op die manier hebt aangepakt. Als je een opleiding doet, kun je hiervoor gebruikmaken van theoretische concepten die je hebt geleerd.

Slide 20 - Tekstslide

STARR
resultaat

Stel jezelf de volgende vragen: 
Wat waren de gevolgen van jouw actie? 
Hoe reageerden de betrokken personen op wat jij deed? 
Het gaat er nog niet om of je hiermee tevreden bent, maar alleen om wat er gebeurde na jouw actie.

Slide 21 - Tekstslide

STARR
reflectie

Hoe vond je dat jij het deed? 
Ben je tevreden over de uitkomst of het resultaat van je handelen? 
Wat heb je geleerd? 
Kun je dit ook toepassen in andere situaties? Wat zou je volgende keer anders doen? Probeer je voor een diepgaande reflectie ook te verplaatsen in de mensen die betrokken waren bij de situatie en je af te vragen wat zij over jouw actie zouden zeggen.

Slide 22 - Tekstslide

Vragen?

Slide 23 - Open vraag