1 De kok / heeft / voor zijn gasten / een heerlijke salade / gemaakt.
2 De volgende variaties zijn mogelijk:
– De kok heeft een heerlijke salade voor zijn gasten gemaakt.
– Een heerlijke salade heeft de kok voor zijn gasten gemaakt.
– Voor zijn gasten heeft de kok een heerlijke salade gemaakt.
– Heeft de kok een heerlijke salade voor zijn gasten gemaakt?
– Heeft de kok voor zijn gasten een heerlijke salade gemaakt?
Je kunt ‘gemaakt’ ook iets naar voren halen:
– De kok heeft een heerlijke salade gemaakt voor zijn gasten.
– Een heerlijke salade heeft de kok gemaakt voor zijn gasten.
– Heeft de kok een heerlijke salade gemaakt voor zijn gasten?